Hij verdroeg het niet langer en spoedde zich weg, het duin op, het pad af en de ongereptheid in om zijn toevlucht te zoeken bij een klein, omloverd duinmeer, waar hij zich, uitgeput, op de grond wierp. "Smart zonder einde," hijgde hij, terwijl hij toekeek hoe een zorg zame moedereend haar kroost van zes gele kleintjes buiten zijn angstaanjagend bereik bracht. Martenglass was er niet de man naar om aan zichzelf te twijfelen, steeds bereid om het strijdperk te betreden tegen de hele bazelende wereld, maar nu, bij hoge uitzondering, wantrouwde hij zijn eigen mening. Iedereen scheen deze openbare schennis der eerbaarheid te aanvaarden. Zei dat niets? Hij grijnsde verachtelijk. Wat een flauwe kul. Talloze kwaden waren door de meute aanvaard. Meerderheden vormden geen excuus. "Neen," zei hij. Die krengen hadden niet het recht zijn dromen te schenden, de zijne en die van alle andere voelende mannen die nog resteerden, ook al waren die door het vrouwengeweld te bedeesd geraakt om zich uit te spreken. Maar wacht eens even. Was hij niet een tikje voorbarig? Misschien was er een gewichtige reden voor dit vertrappen van ouderwets burgerfatsoen. Wat kon het zijn? Het verlangen naar bruine joekels was te zielig om zelfs te overwegen. Wat dan? Kon het zijn dat ze zich vrijheidsstrijdsters waanden? Eigentijdse maagden (nou ja, maag den?) van Orléans die een slag uitdeelden aan de kluisters van preut se conventie met elke slinger van hun ongebreidelde tieten? Zo ja, dan zag de toekomst er somber uit, voorwaar. Als elk kleinood van eerbaarheid verpletterd moest worden door de voorhamer van wan smaak dan stond er nog heel wat te gebeuren. Hij stond weer op. Terwijl hij zijn weg baande door een stekelig oerwoud van duindoorn, fel nageoogd door de kleine oranje bessen tussen de zilverbestofte bladeren, zag hij een weerzinwekkende toe komst oprijzen. Spoedig zouden ook de schaambedekkingen verdwijnen en de ont lastingsorganen blootkomen. Daarna had het weinig zin meer om de ontlastingsdaad te verbergen. Het zou heel gewoon worden om uit werpselen te lozen waar het uitkwam. Openbare gemeenschap zou de volgende stap zijn, begeleid door winden en boeren en andere dier lijke geluiden die nu nog ongepast geacht werden. Een obscene wereld van bestialiteit zou overblijven. Maar niet als het aan hem lag. Verdomd nog aan toe! Hij brak met 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 17