duele mentale constructies bij elkaar. Valéry's palissade tegen het
niets vertoont uiteraard bressen: zelfs de naam van zijn 'grote figuren'
is vaak verbasterd - zo noemde Buonaparte zich Bonaparte - en hun
werken kunnen verzonnen zijn of door anderen volvoerd. De domei
nen van mythe en geschiedenis lopen onmerkbaar in elkaar over. Het
Palazzina dei Mulini rijst aangenaam op uit het grensland van het
mentale en fysische heelal. Het is door zijn licht absurde maat en tot
het minimum gereduceerde monarchale praal in belangrijke mate
een 'gebouw van de geest' geworden. Maar nog lang niet in de mate
van bij voorbeeld het Parijse Tuilerienpaleis, door Napoleon van de
Bourbons overgenomen. Dat bestaat niet meer; het is weg, dood, in
tegraal geannexeerd door de verbeelding.
13