top: een fort, klooster of villa? Achteraf bleek ook dit gegeven vals te zijn. Montecristo verborg zich veel verder naar het zuiden en zuid westen onder Elba. Wij keken naar het zuidoosten, in de richting van de Golfo di Follónica, en hebben Palmaiola gezien, met schuin daar achter, nog verder zuidoostwaarts, Cerboli. Niet meer dan parafernale rotsen van Elba zijn het, voorzien van respectievelijk een vuur- en een uitkijktoren. Montecristo dankt zijn wereldwijde roem aan Dumas' fictieve graaf. Maar in 1827 verscheen Pérès' Comme quoi Napoléon n'a jamais existé, waarin werd bewezen dat ook Napoleon nooit had bestaan; diens geschiedenis werd verklaard als zonnemythe en de naam Napoleon was een afleiding van Apollo. Het boekje was, toegegeven, geschreven als persiflage op de zotte etymologieën die in de godsdienstweten schap van die dagen soms opgeld deden. Maar was het soevereine vorstendom Elba ook niet een parodie? Terwijl ons bezoek aan de villa dei Mulini me óók geen stap dichter heeft gebracht tot enigerlei historische essentie die op plaatsen als deze te vinden zou zijn. Niet temin geef ik het niet op zulke oorden te bezoeken; en aan het Mulinipaleisje bewaar ik de beste herinneringen. Het is daar werkelijk een eerbiedwaardig en verweerd pelgrimsoord: kringelende wierook, snorrende gebedsmolentjes, blikachtige altaarschellen, gepolychro meerde idolen en stenen mandarijnen - alleen de goddelijke presen tie moet je er zelf bij verzinnen. Suggestie wordt geboden, meer niet. Maar zonder suggestie valt er niet veel te denken. De lezenaar in goudverf, Joséphines raadselachtige sprei, het nieuwe satijn, de met vliegestront en vochtplekken overdekte lithografieën van Waterloo, die als kiekjes uit de toekomst tot deel van Napoleons interieur zijn gemaakt: dat alles kan worden opgevat als verwijzing naar het primaat van de verbeelding. De algemene herinnering van de ge schiedenis is net als de persoonlijke herinnering een zaak van het imaginatief vermogen. Geen reproduktie maar herschepping. Hoog stens worden bestaande sporen en relicten in nieuwe constellaties verwerkt. In het essay dat Paul Valéry in 1895 schreef over de me thode van Leonardo da Vinci (in Leonardo en Socrates, 1991) stelt de eerste zin het helder: van een mens resteert alleen wat zijn naam en werken te denken geven. Maar niets houdt stand bij verdergaande ana lyse en dieper sonderend onderzoek; zelfs de natuurwetten hebben de maagdelijkheid van hun universele geldigheid verloren. Alle zeker heden worden doorzichtig en vervliegen, alleen stilzwijgende con cordaten en selectieve blindheid houden onze collectieve en indivi- 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 12