we maar dood.'Ja ja, maar pas op. Vergis je niet. Krokodillen zijn rot
beesten. Niks slachtoffer. Teringlijers zijn het. Weg er mee.)
Ook hij zakte half onder water en leek daarbij precies op een krokodil
die half onder water lag.
Zo zat het dus toen de ontdekkingsreiziger zijn plannetje smeedde om
aan de overkant te komen. Om zes uur exact stapte hij opgewekt op
de boomstam die op een krokodil leek en er ook een was. Het was de
laatste ontdekking die hij deed. Met één hap beet pa Krokodil zijn
linkerbeen eraf en at dit smakelijk in ongeveer vijf seconden op.
'Lekker,' dacht hij proevend, maar op één been kun je niet staan.'
Hap, daar ging het andere. Het was gebeurd voordat de ontdekkings
reiziger kon denken: 'Waar zijn toch mijn beide benen gebleven?'
Veel tijd voor diepere gedachten had hij trouwens niet.
Om drie minuten over zes had de K.v.K. een sympathieke klant ver
loren. Weliswaar na sluitingstijd, maar toch.
Het was mevrouw Kro intussen niet ontgaan dat haar echtvriend zich
nogal verdacht gedroeg. Ze werkte zich boven water uit en zag nog
net de rugzak met vierentwintig boterhammen in de bek van pa ver
dwijnen.
Verbluft keek ze hem aan.
'Heb jij hem helemaal alleen opgegeten?' vroeg ze.
'Burp,' boerde hij en spuugde een sok uit.
'Nylon,' zei hij vies, 'dat verteert slecht.'
'Vuile aso,' schreeuwde mevrouw woedend. 'Helemaal alleen. En wij
dan?'
Op dat moment kwam kleine Krook aanzwemmen.
'Wat eten we?' riep hij al van verre.
'Je vader heeft alles al opgevreten,' zei mevrouw Kroko nijdig.
Pa negeerde haar gezeur en peuterde peinzend tussen zijn kiezen.
'Je moest om zes uur thuis zijn en het is nu tien over zes,' zei hij bits.
'Als ik goed reken ben je dus tien minuten te laat.'
Krookje begon te huilen.
'Ik was aan het spelen met een blauwbilgorgel,' snikte hij, 'en toen
was ik eventjes de tijd vergeten, 't Is maar tien minuutjes en ik heb
zo'n honger.'
'Jammer. Op is op,' knorde pa, 'Je gaat zonder eten naar bed. Regels
zijn regels. Daar kunnen en mógen we niet van afwijken, hoe graag
we dat ook zouden willen, je moeder en ik. Opschieten, anders krijg
ik nog last van mijn maag.'
Nou vraag ik je, zou je zo'n dictator niet...!
11