De brug Vanaf de brug waait het geluid me tegemoet hand die een doek wegtrekt algehele lichtval een groot vermogen tot worden. Maar ik fiets verder, moeizaam, duw de trappers hard tegen de helling wil niet stoppen, zinken, verliezen wil niets meer dan dit alles in mezelf verborgen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 84