lenprijs voor poëzie. De krant bracht op haar cultuurbladzijde in het
kleinste korps een marginale vermelding. En de genomineerde jonge
debutant Peter Theunynck werd over het hoofd gezien. Wèl loopt de
Vlaamse intellectueel ostentatief op straat met De Standaard onder de
arm.
Het weekblad Knack, met een voor Vlaanderen vrij hoge oplage, heeft
zo nu en dan een poëzierubriek. Als het uitkomt schrijft een of andere
net aangeworven neofiet op poëticaal twijfelachtige basis hoogst
bevooroordeelde stukjes over vrienden en vriendinnen. Als het uit
komt. Dat wil zeggen, bijna nooit. Grote dichters zijn dichters van
elders. Grote dichters zijn dode dichters. Bij voorkeur namen die goed
in de markt liggen, of die gemeengoed zijn geworden (Pessoa, Andra-
de, Seferis, Ponge, etc.). Wèl herken je onze yuppies aan de bedui
melde Knacks in hun wachtkamer.
Het dagblad De Morgen, links van naam maar dienstmaagd van het
liberale dagblad Het Laatste Nieuws, bouwt een kliekjesconcern op
van Antwerpse factuur. Poëzie, je kunt er naar fluiten. Soms, als het
uitkomt. Informatiebedrog en informatiegebrek kleuren ons pers
klimaat. Poëzieverachtend land, zoals ik al schreef.
Gelukkig kent Vlaanderen een rijke tijdschriftentraditie. De Vlaamse
debutant en de gevestigde namen kunnen (meestal niet betaald of
slecht betaald) in het tijdschriftencircuit terecht. In het reeds ge
citeerde overzicht Droom en doem publiceert Mare De Smet welgeteld
52 literaire tijdschriften, die omstreeks 1960 bestonden, of ontston
den of - waarmerk van epoquemakende tijdschriften - een kort be
staan kenden. Hugo Brems en Dirk de Geest hebben hun voornaam
ste mosterd omtrent de Vlaamse poëzie uit dit tijdschriftenarsenaal
gelepeld.
Met onze uitgevers zijn we aan een beroerd hoofdstukje toe. Poëzie-
arm Vlaanderen! De uitgeverijen Manteau, Lannoo en Houtekiet
publiceerden tot voor enkele jaren nog regelmatig poëzie. Ook De
Gulden Engel heeft een poging ondernomen. Uitgeverij Van Hyfte
probeerde even. Uitgeverij Grijm bracht bibliofiel heerlijke bundels.
Tony Rombouts drukte eigenhandig een voortreffelijke reeks dicht
werken. Maar de kleintjes gingen failliet en de 'groten' hebben hun
poëziebeleid afgebouwd. Poëziestop heet dit.
Het Poëziecentrum te Gent probeert zo goed en zo kwaad het kan het
gat te dichten. Van Itterbeek doet hetzelfde te Leuven. Maar door het
fusioneren van onze gevestigde uitgeverijen met de daaraan verbon
den gewijzigde uitgeefstrategie is het poëzieaanbod in Vlaanderen uit
6