Isis en haar goddelijke vriendinnen Van hoge rotsen druipt het avondrood. De wind waait door uw kleren heen. Het lied klinkt vals en bodemloos. Bij de citroenboom zingt een ezel uit antieker tijd. Verblind is hij waar hij gebiedt: 'Knielt! Ik ben alles wat ooit was en is en zijn zal. Mijn sluier heeft geen sterveling gelicht.' Waarop, verheven, niets gebeurt. Geen voorhang scheurt. Geen kruis wordt opgericht. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 76