hij deze keer gezelschap had in de nevel waar hij zich altijd door be
woog. Wat was gebeurd toen ze eindelijk de voordeur open hadden
gekregen, hoorden we van Stas.
'Ze greep hem bij zijn kruis.'
We luisterden grinnikend toe. De voorwielen van onze fietsen bleven
roerloos. Rosa was mager als een lat en zat toch vol vuur. Ze had
negen kinderen. 'Mijn suffe ouwe is er nooit op tijd uit, met zijn zatte
kop,' zei Stas als zijn moeder weer eens opbolde. 'Ik zal nooit koters
hebben. Nooit! Ik leg er liever een knoop in.'
'Hier hangt de langste van Formosa,' giechelde Rosa. 'En van hangen
komt staan.'
'Zo is ons Rita gemaakt,' zei Stas verachtelijk. 'Een knoop leg ik erin.
Zeker weten.'
Rosa kijkt radeloos, met een volle emmer in haar hand, naar het gele
water aan haar blote voeten. Met een moedeloos gebaar giet ze hem
leeg. Ze volgt de rimpelingen van het water, die naar het keldergat toe
cirkelen, erin weglopen. Dan ziet ze Stas op het muurtje zitten.
'Gustaaf!'
Haar stem is nog wonderlijker dan haar vruchtbaarheid. Haar stem
klinkt luider dan die van Mario Lanza, zeggen we soms. We kennen
geen operazangeressen. Geen enkele speelt in de film, maar Mario
Lanza is vaste prik op de filmavonden ten voordele van de Rijks
school. Hij lokt veel volk. Wij gaan ook, we hebben immers kaarten.
We zouden er nooit aan denken van ons zakgeld naar een Mario
Lanza-film te gaan kijken. Dat geven we uit aan westerns en films
over Maciste of met Steve Reeves, mannen met borsten groter dan die
van Moniekske.
Stas doet alsof hij zijn moeder niet heeft gehoord. Ook al hebben we
allen kippevel gekregen van de schrilheid van haar kreet. Er zit een ge
mene klank in de stem van Rosa als ze schreeuwt. Het beangstigend
soort onbeheerstheid dat ook tot haar negen kinderen heeft geleid.
'Gustaaf godverdomme!'
'Dat haalt niets uit! Het water moet eerst zakken.'
'Hier! Nu!'
Stas haalt zijn schouders op. Hij komt lusteloos overeind, baggert op
zijn gympies door het water. Hij blijft voor het keldergat staan, met
zijn handen in de zakken van zijn korte broek. Hij haalt nogmaals
zijn schouders op. Hij duikt behendig weg als Rosa naar hem uithaalt.
Wij lachen luid.
'Rosa is een peu nerveu.'
66