Montmirail
Village des Bories
Ik ben engel en daarna oleander
voor ik weer in mens verander -
ik zweef over de levende lavendel
en buig bij een schuinende olijf
en ruik, weet met reuk geen blijf.
Ik ben even krekel, daarna kreet
en op het heft van de hete noen
de zon die bijt, een schorpioen.
Kelt moet je zijn, neolithicum tot norm.
Van vloer tot nok, cementloos stenen rok
de uit vals gewelf ontstane koepelvorm.
Herders komen schuilen in portaal en nis,
de schaapjes op het droge en op een vadem
van ze gaan ze slapen in hun warme adem.
Op de dorsvloer vind ik nog korrels graan
voldoende om tot geschiedenis in te gaan.