ROEL RICHELIEU VAN LONDERSELE ze had motorpech in de straat van de ontroering je kon haar bekijken, haar twijfels inschatten, haar behulpzaam zijn zonder haar aan te raken we rijden nu samen door het laatste landschap aan de kant van de weg zullen we graven want we zijn het vragen verleerd we zullen de vijvers van morgen bezoeken niet om aan het water iets toe te voegen niet om in de koelte te baden maar om als keitjes op het water te ketsen te zinken naar de onzichtbare leemte. van zachte bodems keert een mens zelden terug 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 57