ROEL RICHELIEU VAN LONDERSELE
ze had motorpech in de straat van de ontroering
je kon haar bekijken, haar twijfels inschatten,
haar behulpzaam zijn zonder haar aan te raken
we rijden nu samen door het laatste landschap
aan de kant van de weg zullen we graven
want we zijn het vragen verleerd
we zullen de vijvers van morgen bezoeken
niet om aan het water iets toe te voegen
niet om in de koelte te baden
maar om als keitjes op het water te ketsen
te zinken naar de onzichtbare leemte.
van zachte bodems keert een mens zelden terug
55