- 'Ja, dat ben ik - 'Oh, ik dacht dat u Van Heulendonk was.')
Schrijf ik autobiografisch?
Jazeker: ik schrijf mijn boeken zelf. Als de pen het verlengstuk is van
de geest, dan verschijnt op papier a fortiori een autobiografie. Zelfs
een cocktail van de grootste leugens moet nog altijd gebrouwd wor
den met ervaringen die ooit in mijn geest werden opgeslagen. Fictie
die zich noodzakelijkerwijze spiegelt aan mijn werkelijkheid. Octavi-
teit. Maar zoals gezegd: de lezer moet oppassen. Het is mijn beslissing
of ik de beelden rechtop projecteer, of ondersteboven, in zwart-wit of
in kleur, gestileerd of kubistisch. Egyptisch profiel, dat kan ook. Alle
maal autobiografie.
Autobiografie als haar eigen tegenpool.
Term voor literatuurkundigen: negatieve autobiografie.
Over slechte literatuurkundigen.
In mijn tweede roman, Logboek van een tiarrenschip, voer ik een leraar
ten tonele (Xavier Roosenboom) die ik heb volgestouwd met alles wat
ik in het ierarendom haat. Roosenboom is de anti-leraar, het soort
leraar dat ik zelf hoop nooit te zijn geweest. Streber, autoritair,
machiavellist.
'Xavier Roosenboom is het personage waarin Van Heulendonk zich
allicht het meest heeft geprojecteerd', schrijft doctor Hugo Bousset, in
telligentste criticus van Vlaanderen. Als hij wordt doodgereden, is
er geen lezer die daarom treurt.5'
Criticus heeft op omslag van mijn Narrenschip gelezen dat Van
Huilenbronk zelf leraar is. Aha! Autobiografie!
Hu-go Bous-set.
'Het valt me op,' zei een studente, 'dat in uw boeken zoveel ongeluk
kige huwelijken voorkomen...'
Peilende, half-meewarige blik.
'Dat heeft u goed gezien,' zei ik.
Ze was een lief kind. Indien ze zakte, is haar wellicht nog een grote
toekomst weggelegd als uitlegster van talige opussen.
Dit was mijn autobiootje.
Ik dank u voor uw aandacht.
1. Hoogtevrees, Bruna, 1985, p. 57
2. Wie schrijft die blijft, BRT-TV, 27 XI 1989
5. Waarom schrijven?, De Harmonie, mei 1984, p. 5
4. Hoogtevrees, Bruna, 1985, p. 56
5. Dietsche Warande Belfort, 134/5, p. 612
50