II
Gras. Pomp. Twee bomen.
Hier zouden wij kunnen wonen.
Dagelijks de trein
die de spoorlijn volgt
naar het noorden.
Schuren uit zeventienhonderd
slaan in de nacht met hun poorten.
Oud hooi waait
over de zolders.
Wijnstok draagt tussen muren
het enige wat zal duren.
34