Diorama De tijd zeult met me rond in haar buik. Is me vergeten te baren. Het is er eng knus. Als ik wild roep en schop word ik aardig geaaid. Ik maak fraaie afspraakjes met de toekomst. Over mijn lijk, zingt de tijd. Als je mijn naam verzwijgt stop ik mijn vuist in mijn mond. Als je naar me omkijkt beginnen de weeën.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 19