Hoe ook sneeuw wroet Soms worden we dit vergeten: we werden uit het raam gestapt. Aai na aai. Een lichte onoplettendheid door het al te veelbelovende licht. Je juweelste blik strijkt dan over mijn wegkijkend kijken. De lucht karnen met onze innigste leegte. Vallend biecht ik bij Hanlo op de motor. Ik beken elke jongensblik: er was iets verdwenen toen jij er nog niet was. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 18