ft ff ff c c y? e f <C e t wie was-ser flieht es Ihm -o -p -p A3 6k bit Is geen irargen mef r 1> f C, ff het Is geen mor-gen meer van-daag fi G fi fes 0 C en e-ven vroeg het licht C tits ff ff be-wo-gen van ver-driet y t f C ff F 6 ff Gas Le-ben geht an Ihm vor-bei mag ik niet bij Je zijn CC c ff r lk wil graag bij Je zijn das hflUle Wasser nah-ert sich die Ur-sprung 6 G C(ór c ff c c cftcusftCft) f e. -x> en e-ven had het kind van de-ze mor-gen licht ge-noeg G f 'wo Er das Kind er-kannt ft- a v <- ~y das Ihm Jetzt gibt die Hand LEENDERT BEYE 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 39