3. ten totaal ander geluid heeft vrij recent nog vanuit de literatuur geklonken. In zijn Johan Huizinga-lezing van 1984 (Het Ene2) consta teerde ook Harry Mulisch dat het historisch scepticisme de geschied wetenschap de das om dreigde te doen, maar als remedie voor haar dodelijke kwaal raadde hij een middel aan, dat bestaat uit terugkeer naar een station dat nu juist onhoudbaar geacht wordt: dat van de grote visie en het overkoepelend concept. Wetenschap herordent volgens Mulisch de werkelijkheid door het terugbrengen van het ingewikkelde naar het eenvoudige, van veelvoud naar eenvoud. Newtons algemene gravitatiewet bij voorbeeld beschrijft alles wat ooit op aarde is gevallen en zal vallen: de dobbelsteen, de zelfmoordenaar, het hoofd van Marie Antoinette. Ook een kunstwerk kan, zo niet 'de waarheid', dan toch 'het ware' belichamen. Een natuurwetenschappelijke wet beschrijft het 'concreet-vele' als het 'abstract-ene', 'een kunstwerk daarentegen vertegenwoordigt het con- creet-vele in de gestalte van het 'concreet-ene'. Mulisch betoogt dus dat de gerichtheid op en het streven naar 'een heid' de drijfveer is van zowel het wetenschappelijk als het artistiek bedrijf. De historische kiem van deze mentale houding is 'in abstract- zuivere vorm' te vinden in het oud-Griekse idee van het Ene, waaruit onze wereld van veelvoud is voortgekomen. De consequenties van de idee van het Ene zijn tot in de paradoxale uitersten uitgewerkt in de Plato's dialoog Parmenides. Parmenides' leer dat alle beweging en verandering schijn is, en dat in absolute zin alleen het zijn bestaat, als een naar alle zijden volmaakte, onbeweeglijke en ondeelbare bol, staat ogenschijnlijk in schril contrast tot het befaamde adagium van Hera- kleitos pcinta rei, 'alles stroomt'. Toch is ook de grondslag van Hera- kleitos' denken het zoeken naar de archè, de 'oerstof', het ene element of beginsel dat de natuur beheerst. De archè van Herakleitos was Vuur, dat de kosmos door strijd en spanning beheerste. Het enkelvoudig principe van Thales van Milete was Water of Vocht. Deze présocratici waren dus monisten; en de door Plato verwoorde paradoxale conse quenties van Parmenides' leer - het Ene bestaat en het bestaat niet - zijn in de visie van Mulisch nu op een bepaalde manier analoog aan de opvattingen van de moderne kosmologie over de oorsprong van de wereld. Het menselijk zoeken naar eenheid is een factor die een hoedanigheid 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 30