'Wat schrijft u zoal?' vroeg de chauffeur van de eerste wagen.
'Och, korte verhalen.' zei de agent verlegen. 'In m'n vrije tijd, en soms
ook onder diensttijd.'
'Mag dat dan tegenwoordig?' vroeg de chauffeur belangstellend.
'Er mag zoveel niet,' zei de agent listig.
'Dat is waar,' riep de man van de welstand en greep de juffrouw van de
kantine onder haar rok.
'Halt,' sommeerde de agent. 'U bent erbij. Dat mag nou toevallig weer
niet. Er is hier namelijk helemaal geen kantine.'
'Jammer,' mompelde de man teleurgesteld en rook aandachtig aan zijn
hand. 'Het begon net leuk te worden.'
'Zullen we gaan zwemmen?' stelde ik voor, om de spanning te breken.
'Het zwembad is leeggelopen,' wist de voorman te melden. 'Het is weer
een kelder geworden.'
'Wel verdomme,' riep ik woedend. 'Ik word hier gek. Je kunt werkelijk
vanalles verwachten. Het zou me niet verbazen als de koningin ook
nog langskwam.'
De koningin kwam voorzichtig op haar hoge hakken door het losse
zand aangewiebeld. Ze keek fier om zich heen.
'Netjes,' prees ze. 'Een enorme puinhoop, maar netjes. Waar moet ik
openen?'
De agent sprong voor Hare Majesteit in de houding en haalde een pak
zeeppoeder achter zijn rug tevoorschijn. 'Hier openen,' stond er op de
zijkant van het pak.
'Mooi,' kraaide H.M. en drukte het lipje naar binnen. 'Is het wel
fosfaatvrij, agent?' vroeg ze fluisterend achter haar hand.
'Mens, hoe weet ik dat nou, jij doet de was, ik niet.' De agent salueerde
en greep zijn fiets. Met een lenige zwaai slingerde hij zich op het zadel
dat plotseling afbrak waardoor hij met zijn ballen op de stang viel. Hij
stortte voorover en zijn fiets was helemaal verbogen.
'Meer spek eten, agent,' riep de koningin zonnig.
Ondertussen had de rockgroep zich opgesteld in de put.
'We doen het buiten, hoor,' zei de hangsnor. 'We gaan niet in zo'n
natte kelder zitten, daar worden we niet voor betaald. Heb je kracht
stroom? Wij zijn heavy metal, zie je.'
'Oh, wat enig,' riep de koningin verrukt. Een muziekje, wat een reuze
idee.'
'Mijn schrijfmachien is ook naar de kloten,' kankerde de agent nijdig.
Hij ploeterde onder zijn fiets vandaan. 'En ik had net zo'n mooi verhaal
in m'n kop zitten.'
23