De patrouille was niet aan het begin van de traverse blijven staan,
zoals bij dit soort routinecontroles de gewoonte was, maar door
gelopen. Er stonden in het midden van de lengterichting van de
traverse enkele tientallen zwart betegelde zuiltjes met van die vier
kante reclamevitrines erop - allemaal al jaren leeg en onverlicht, de
meeste zonder glas. Zelfs de graffiti in deze voetgangerstunnel was al
in geen eeuwen meer ververst. Nikki stond tussen twee van die
zuiltjes, ongeveer halverwege de gang, die verder volgens haar hele
maal leeg was. De vitrine aan de kant van de agenten was nog intact
en ze had gedacht dat ze achter het sterk vervuilde glas vrijwel
onzichtbaar was. Dus toen één van de drie agenten haar kant op wees,
schrok ze. En toen nummer twee op zo'n snerpend fluitje begon te
blazen, werd ze echt bang. En ze had opeens aan het gegil van Joyce
moeten denken. En toen ze alledrie in volle vaart haar kant op
kwamen rennen, raakte ze in paniek. Vluchten had geen zin. Ze
zouden haar zeker inhalen. Het ging niet om de wizz! Daar zouden ze
zich nooit zo druk om maken. Misschien hadden ze ontdekt wat ze
met die nachtwaker had gedaan. En met die etter. Dat zou het zijn! Ze
hadden het gouden Zwitserse horloge gevonden en de heler had haar
verlinkt! Nikki, het buitenhoertje - zo'n grietje kon je er gerust bij
lappen.
En als ze nu maar even had omgekeken, en in de verte, vlak bij de
andere uitgang, die twee vage gestalten had zien wegsprinten van een
vormeloze massa die ze op de grond achterlieten, misschien dat ze dan
haar paniek nog onder controle had gekregen.
Maar dat had ze niet gedaan. En de agenten waren in het niets
opgegaan nog vóór ze haar tot op tien meter genaderd waren.
En toen Nikki even later aan die kant naar de uitgang van de traverse
was gelopen, de relatieve openheid van de grijsbewolkte dag tegemoet,
had ze niet naar beneden durven kijken. Wel had ze twijfelend, haast
vragend aan de knobbel boven haar oor gevoeld en over de oranje
haarpluim gestreken, die nu bijna tot haar schouder reikte, zijde
achtig, koperkleurig in het zonlicht - als de zon tenminste ooit weer
zou gaan schijnen.
Want Nikki had begrepen dat het zo niet verder kon.
Er was een nacht gevolgd van veel te veel wizz. En van een heel ander
soort eenzaamheid dan toen Charles daar nog in zijn vieze slaapzak
had liggen ronken. Er was niemand meer aan wie ze haar verhaal had
15