per dag. Een lus waar je zelfs met control-alt-ilelete niet uit zou kunnen, en zelfs niet door de stekker uit het contact te trekken.' En hij was lallend aan het zingen geslagen om duidelijk te maken wat hij be doelde. Charles! Hij snurkte niet! Ze had zich uit haar slaapzak gekronkeld en was op het blauwe denim van haar spijkerbroek naar hem toe gekropen. Hij ademde niet meer. In de palm van zijn rechterhand, die koel en droog aanvoelde, heel anders dan de keren dat diezelfde hand plakkerig haar borsten had gekneed, omklemde hij een papieren zakje met twee ongebruikte Eenhoorn-condooms erin. En met zijn opengesperde, niets meer ziende ogen staarde hij naar de rusteloos aan en uit flikkerende neonbuizen, die de traverse overdag op een amusementshal en 's nachts op een eeuwig onweer zonder donder deden lijken. Het leek alsof hij tien jaar jonger was geworden. Nikki had gehuild. En ze had haar hand boven haar oor gebracht en in de bult geknepen met alle kracht die ze in haar vingers had. En er was iets of iemand geweest die haar visioen van de stadsreiniging, de graflinnen lijkzak, de onverschillige ambtenaren van de municipale verbrandingsoven óók had gezien. Of die althans haar afgrijzen had meegevoel d. Want Charles was opeens verdwenen, met slaapzak en al. En Nikki was blijven huilen tot haar traanklieren leeg waren, en toen had ze de laatste twee halve liters bier opgedronken die de dichter nog had klaarstaan, omdat ze instinctief wist dat hij dat gewaardeerd zou hebben. Bij zowat elke slok had ze geproost op zijn gezondheid - want weliswaar begreep ze niks van eeuwige while-wend-loops, maar van geluk wist ze alles. Geluk was het tegendeel van eeuwig; het was iets wat in een oogwenk kapot ging. En wat je pas achteraf begreep. De volgende dag, gisteren was het geweest, had ze drie politiemannen tegelijk vermoord. En nog wel op klaarlichte dag, wat het in haar ogen pas echt tot een misdaad had gemaakt. Ze waren met hun drieën de Theatertraverse in komen slenteren, waar zij zichzelf zojuist een shot had toegediend. De ampul en het spuitje zaten alweer in het leren tasje dat ze midden voor haar onderbuik aan haar met glimmende ijzernopjes beslagen broekriem had hangen - 'het lijkt alles bij elkaar wel een kuisheidsgordel,' had Charles gezegd - dus er was geen enkele reden geweest om bezorgd te zijn. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 16