Tezelfdertijd leek het wel alsof de lusten van de klanten gratis en voor noppes werden gesmoord door de grauwe, zonloze wolkenhemel die nu al weken op de stad drukte. Nikki moest steeds verder bij het station en de kantoren vandaan om klandizie te zoeken, op het laatst zelfs naar de loodsen bij de haven, en soms een schip op. Daar kon je geen stampei maken als een klant achteraf weigerde te betalen. De keurige kantoormensen in de steegjes waren als de dood dat ze betrapt en herkend zouden worden, dus die riskeerden geen krijsende tippelaarster. Maar varensgasten, stuwadoors en sjorders begonnen in zo'n geval alleen maar te lachen of terug te schelden. Of ze gaven haar een flinke mep. En het tarief dat ze bereid waren te betalen lag toch al stukken lager dan wat in de stad gebruike lijk was. 'Dan had je maar een beter vak moeten leren,' spotte Charles, die de laatste dagen nauwelijks meer zijn gore slaapzak uit was gekomen, alleen om bier te halen en aan het andere uiteinde van de traverse tegen een geelbruin uitgebeten wirwar van graffiti te urineren, zelfs overdag tegenwoordig te lui om daarvoor het kleine eindje naar de openbare toiletten van de Bibliotheek te lopen. 'Kijk mij maar eens. Ik behoor tot het gilde der dichters.' En zo kwamen de nachten waarin Nikki de slaap niet kon vatten en ze met verkrampt opgetrokken knieën naar wizz lag te hunkeren. Dan brak het koude zweet haar uit en zag ze het licht bebloede onderlijf van Joyce weer voor zich, en de verwilderde, ongelovige blik waarmee ze haar had aangekeken. Nikki deed haar ogen beurtelings stijf dicht en wijd open, maar dat maakte geen verschil. Als een computer programma dat van slag was en telkens terugsprong naar het grafisch o zo fraai vormgegeven hoofdmenu, op welke toets je ook drukte, voor Joyce: haar vriendin, bloed, gespreide, magere dijen. P voor Tappa: haar vader, die er scheef naast lag, roerloos, met rode nagel- krassen in de holte van zijn bleke rug, de mond half open. Of de B voor... Kies een toets! Weer het menu. Kies een toets! Kies... En dan wreef ze hard over de bobbel boven haar oor, die nu met zijdeachtig oranje haar was begroeid - een kleurige pluis tussen het blond. Na een poosje kwam dan de slaap wel, met dromen van de Rooie die weer op vrije voeten was, een stralende zon hoog aan de hemel, en klanten die in de rij stonden, allemaal met hun handen alvast achter de rug gebonden, en in die handen, als een verrassing voor straks, gloednieuwe, naar lavendel geurende onderbroekjes in alle kleuren van de regenboog. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1992 | | pagina 12