De nacht die tegen de ochtend begint
BEATA SZYMANSKA
De schemer heeft de vensterramen al gevormd
en de cijfers van voor het inslapen zijn
plotseling de een na de ander begonnen
op te dringen naar de lippen
maar er is geen woord gevallen
naar de al te vroege blauwe diepte
waarin de nacht zich heeft opgelost
Die is in onwetendheid begonnen
koel en beweeglijk als kwik
dat met zijn onmetelijke zwaarte
niet tot rust is gekomen in onze handen
Met bliksemflitsen is een voorbijstormende wagen
zijn spoor aan de wand begonnen
wanneer dan de nacht zich
aan de vonken van de schemer ontstoken heeft
zijn stad en land voor de onverschillige ogen weggevloeid
tot aan het moment van vroeg geratel
van wielen die op de terugweg zijn
Onwetend zijn we de stad binnengekomen
in de zoetheid der blinde straten
hebben van begin noch eind geweten
noch van de onvermoede tranen
De voor woorden zo gevoelige dag
de voor vingers ongrijpbare dag
is met de stad begonnen en deze
is begonnen met de dag
38