Dooie Ko
ELISABETH DE HAAS
Toen Ko door zijn zoons in het trapportaal gevonden werd, was hij al
vele uren dood. Niemand had de moeite genomen hem eerder naar
boven te sjouwen, hij lag daar immers zowat iedere avond in zwaar
beschonken toestand, thuisgebracht door makkers die net iets vaster
ter been waren.
De avonden vóór de schokkende vondst was het een dolle boel geweest:
ze hadden hem flink uit de broek laten hangen, dat kan je wel doen
natuurlijk als je twaalfhonderd piek in de week verdient met zwart
werken.
Leve de koppelbazen die je aan kon treffen in tal van Amsterdamse
koffiehuizen mits je er vroeg bij was. Een uur of zes 's ochtends was de
gebruikelijke tijd voor de onderhandelingen tussen de vaak goed
geschoolde en van professionele gereedschapstas voorziene werkwil
ligen, en de werkverschaffers.
Ko had de geest gegeven achter een kruiwagen. Tot ontzetting van zijn
maats was hij plotseling blauw aangelopen en in elkaar gestort, net
tegen het eind van de werkdag.
De illegale arbeidsomstandigheden maakten het inroepen van hulp
onmogelijk, feitelijk bestonden ze gewoon niet, dus konden ze ook
niet ziek worden, laat staan doodgaan. Daar zaten ze opgescheept met
Ko, die geen enkel levensteken meer vertoonde zoals eensgezind
geconstateerd werd. Goede raad was duur, ze konden hem daar toch
moeilijk laten liggen!
Uiteindelijk besloot men het stoffelijk overschot mee naar de kroeg te
nemen en vervolgens thuis af te leveren. Met de armen in zijn jasje
geknoopt werd de overledene tussen vier man in mee naar het café
gesleept en op een barkruk geplant, z'n kop op de toog.
De wat vreemde houding, die mede veroorzaakt werd door de reeds
intredende rigor mortis, viel niemand op in de drukte: 'Ko hoeft niks
meer hoor, die is al helemaal in de lorem!'.
Toen ze een flink aantal uren later opstapten met het inmiddels vrij
wel geheel verstijfde lijk, zorgden ze voor een klein beetje hilariteit
om die rare vent die met zijn schoenpunten over de vloer sleepte, de
knieën lachwekkend gebogen...
Bij zijn huis belden ze aan en nadat er was opengetrokken schreeuwde
één hunner naar boven: 'Marie, hier is Ko hoor!', waarna een doffe
plof de mededeling bevestigde.
16