Het zijn, dat oplicht in het bedenken van de zijnden: mijn ziel in gindse
boom. (In de hermetische boodschappen uit Hölderlins toren aan de
Neckar herkende Heidegger dit eigenlijke denken - het zal niemand echt
verbazen.)
Een en ander mag zich weliswaar op de landweg afspelen, maar de echte
landman blijft er toch buiten, vrees ik. Die is vanouds geheel in de ban
van het technische denken, en wil de landwegen verbreden om er met
zijn gigantische landbouwcombinaties over te kunnen snellen: hij wil de
bomen rooien en de maisvelden groot en vierkant hebben, zodat hij op
efficiënte wijze de welvaart kan genereren die de Romanticus, die
aartsbuitenstaander, in staat stelt hem te veroordelen.
Heidegger stelde vast dat we nog maar aan het begin staan: het begin van
de terugkeer op de weg die het Grieks-westerse denken tot heden heeft
afgelegd. De 'Seinsvergessenheit' die zich in deze ontwikkelingsgang
openbaarde maakt de mens tot onderdeel van een technocratische
machinerie, die als bijprodukt van technische vindingen, communi
catiemiddelen, statistiek, administratieve perfectie, medicamenten en
psychologische tests vooral ontmenselijking produceert. Terug dus naar
de bronnen van het denken. Gestegen tot het zenit van beschaving
registreren we het tenietgaan van de menselijkheid: we schuiven de
vooruitgangsidee aan de kant en verklaren ons tot mentaal-reactio
nairen. En omdat we weten dat we ons dankzij het technisch denken
deze luxe kunnen permitteren zijn we ook nog neo-feodaal geworden:
we fietsen op ons gemak door een landschap dat wordt onderhouden
door een klasse die we laken.
2.
Bergson hield staande dat de functie van ons zenuwstelsel niet was het
verwekken van waarnemingen en herinneringen, maar integendeel de
uitwissing van waarnemingen en herinneringen die er niet toe deden. Zo
werd er ten behoeve van het bewustzijn een alomvattend bewustzijn en
dus chaos bezworen.
Een dergelijke omgekeerde duiding is ook van nut bij het bezien van de
infrastructuur. Wegen en bruggen zijn verkeersmiddelen die dienen om
het landschap te ontlasten van alomtegenwoordig verkeer. De vol
maakte weg of brug is dus in het landschap afwezig: hij bestaat niet,
anders dan op de tekentafel of in de beleidsnota. In de idee van de
optimale infrastructuur, van perfecte verkeersverbindingen, kiemt al de
verwerping van de infrastructuur op zich.
35