De lauweren, de uienpellerij
'Ceci n'estpas une pipe' (René Magritte)
PETER CLIJSEN
Het is dat ik niet zo'n studiehoofd ben, anders was ik wel architect
geworden. Een architect mag zijn fantasie uitleven op een stukje wereld,
dat alle dimensies omvat en nog gebruikt kan worden ook. Hij kan
prikkelend of strelend ruimte definiëren, deel worden van ons collec
tieve bewustzijn en zijn werk wordt, bij algemene appreciatie en na
verloop van tijd, tot monument verklaard.
Maar ik moet niet treuren. Hoewel ze mij niet zullen vragen een brug te
bouwen en ik met een dergelijk kunstwerk niet veel meer te maken zal
hebben dan het tegen betaling van tolgeld gekochte gebruik, ligt er
tussen dat en wat wel voor mij is weggelegd een uitgestrekt gebied, breed
als onze Scheldestroom.
Kunst heeft, net als de techniek, research nodig. In dit geval niet om te
komen tot een vaststaande wetenschappelijke conclusie maar tot een
oorspronkelijke oplossing van een oud probleem, namelijk: hoe kan ik
de wereld versieren. Het is een vorm van spreken waarbij het minder
belangrijk is wat je zegt dan hoe je het zegt, waarbij een goed verstaander
aan een half woord genoeg heeft.
In wetenschap en techniek is dat precies het omgekeerde. Bij beeldende
kunst houdt het in dat dat wat gezegd wordt, begrepen kan worden
vanuit het beeld. Probleem daarbij is dat oorspronkelijkheid de enige
grammaticale regel is en dus een woord geen vastbepaalde betekenis
heeft: 'Ceci n'est pas une pipe'.
Wat moet ik nu met die brug?
Bij deze een ABC der mogelijkheden.
A. Ik kan er bijvoorbeeld niets van zeggen, gekletst wordt er al genoeg
door allerhande kunstkenners c.q. critici die als beste stuurlui staan op
onze schaapgeschoren Scheldeboorden. Het probleem is dat zij denken
dat kunstenaars wat te zeggen hebben, waardoor ze doof dreigen te
worden voor hoe iets gezegd wordt. Ze verwarren wetenschap en
techniek met kunst en proberen die kluwen te ontwarren door een
thermometer in des kunstenaars achterste te steken om te meten of er
wel genoeg artistieke kwaliteit aanwezig is, zo van: boven het vriespunt
de lauweren, beneden het vriespunt de uienpellerij.
13