De psalmist
LOU VLEUGELHOF
Geen mooiprater is hij,
geen stem van kabbelend water
als de nacht aan de loefzijde
om de boot staat
en iedereen slaapt.
Van vuur is zijn stem,
bossen maakt hij onvindbaar,
bergen springen als herten.
Zijn bidden is klank van metaal,
is donder en watergeweld,
noodlot en ramp op ramp.
Een harde noot is zijn god,
hij bijt er zijn tanden op stuk.
42