Oorlog geen natuurramp pszisko jacobs In de vijfde klas van de HBS (waar ik allerlei onnutte zaken leerde) hield ik eens een voordracht over de psychologie van de oorlog. Ik moest nog negentien worden, een leeftijd waarop je meent al heel wat te weten. Die mening werd daarna nog versterkt doordat er in de lerarenkamer over werd gepraat en enige van mijn als sensationeel ervaren uitspraken de ronde hadden gedaan in de andere eindexamenklassen. Nu besef ik dat mijn psychologische kennis van toen een vrij oppervlakkige was. Maar omtrent de facetten van de oorlog was ik stellig beter geïnformeerd. Dat was heel niet verwonderlijk: het gezin waaruit ik stamde was een antimilitaristisch gezin. Twee van mijn oudere broers hadden geweigerd het soldatenpak aan te trekken en van plaatsvervangende dienst wilden zij niet weten. Dus moesten zij tien maanden zitten in de Bijzondere Strafgevangenis in Scheveningen. Al met al was ik als kind reeds van de volkomen slechtheid van het militarisme en de oorlog doordrongen. Een en ander houdt in dat ik inzake de problematiek bevooroordeeld ben. Dat wil ik zéker niet ontkennen. Maar ik acht het een vorm van bevooroordeeld zijn die ik een ieder toe zou wensen. Ook omtrent de praktijk van het 'moordbedrijf' heb ik zo het een en ander ervaren. Ik zat in mei 1940 toevallig nabij de Grebbeberg en zag de voorbereidselen van Duitse zijde tot de aanval daarop. En later zat ik in Duitsland, in Hannover, waar ik de bomaanvallen meemaakte. Mijn theoretische en mijn praktische kennis met betrekking tot de oorlog staan mij toe daarover een min of meer gefundeerd oordeel uit te spreken. Voor verreweg de meeste mensen is de oorlog zoiets als een natuurramp: hij komt plotseling zomaar en je kunt er niets tegen doen. Zelfs in 1939, toen alle tekenen er op wezen dat de tweede wereldoorlog op uitbarsten stond, waren er tallozen die dit niet waar wilden hebben. En zeker in Nederland konden de mensen niet geloven dat de Duitsers er zouden binnenvallen: de bliksem treft immers niet de boom waaronder wij staan te schuilen... Maar de oorlog is helemaal niet een boze uiting van de natuur. De oorlog wordt voorbereid en gevoerd door mensen. En het zijn de mensen die een einde kunnen maken aan alle oorlogsgeweld. Zo eenvoudig ligt dat. Wanneer je dit in een gesprek of een discussie zo formuleert, dan wordt daarop vaak gereageerd met de uitspraak dat de mens nu eenmaal slecht en dom is. Wel, in 1936 en daarvoor en zelfs daarna wist ik met mijn alleszins gebrekkige psychologische kennis dat de mens van nature niet slecht is. En wat de domheid betreft: de mens is als soort nog jong en onervaren maar in principe bij machte ook agressie en geweldsuitingen te doorgronden en... te voorkomen dan wel te vermijden. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1991 | | pagina 41