van eenvoudige soldaten; een met veel eerbetoon omgeven begrafenis
van een generaal tegenover de aan het front geslachte proletariërs die
en masse op een houten kar vervoerd worden.
Vaak had ik een déja-vu bij het lezen van sommige uitspraken. De
woorden mogen dan anders zijn, de bedoelingen blijven dezelfde.
l'Histoire se répète. Zei niet president Bush tijdens de golfoorlog: 'Wij
voeren geen oorlog tegen de inwoners van Iran, maar tegen het leger en
zijn leiders'? In een proclamatie tijdens de eerste wereldoorlog ver
klaarde de 'commanderend Generaal': 'Wij voeren alleen oorlog tegen
het vijandelijk leger en niet tegen de inwoners' (blz. 167).
Op blz. 43 staat een afbeelding van de kardinaal van Westminster die
samen met een generaal een parade afneemt van gewapende Engelse
padvinders. De Kerk als bondgenoot van het militarisme. Liet ook de
president van de VS zich niet bijstaan en adviseren door Billy Graham?
Nog krasser maakt een zekere dominee Schettler het in een artikel 'De
Zegen van de Kerk'.
'Onze schuld is het niet, wanneer wij in het bloedwerk van de oorlog ook nog
beulswerk moeten verrichten. De soldaat wordt het koude ijzer in de hand
gegeven. Hij moet het gebruiken zonder afschuw. Hij moet de vijand de bajonet
tussen de ribben stoten. Hij moet zijn geweer op hun schedel stukslaan. Dat is
zijn heilige plicht; dat is zijn godsdienst.' (blz. 157)
Diezelfde dominee Schettler riep vanaf de kansel:
'Vrees en schrik moet u vooruitgaan!'
Dat Eriedrich niets ophad met godsdienst en zich fel teweerstelde tegen
de rol van de kerken blijkt uit de interpretaties van veel foto's. Zo staan
op dezelfde pagina een paar priesters te kijken naar de ruïnes van een
kerk.
'Bij de nog rokende puinhopen van een Belgische kerk komen de paapse
aasgieren weer bijeen en overleggen hoe zij het volk in de herbouwde kerk
opnieuw kunnen beliegen en bedriegen.'
Of het onderschrift bij de foto van een soldaat uit de eerste wereldoorlog,
in oorlogstenue met geweer en bajonet.
'Het evenbeeld van God, met gasmasker.' (blz. 131)
Maar niet enkel de kerk is het mikpunt van zijn spot. Als rechtgeaard
pacifist en socialist spuwt hij zijn gal naar alle gezagsdragers, ook (en
vooral) de allerhoogste.
Op blz. 170 haalt hij een ronkende uitspraak aan van keizer Wilhelm II.
'Evenals 1000 jaar geleden de Hunnen onder hun koning Atilla zich een naam
verworven hebben die ze nog tegenwoordig in overleveringen en in sprookjes
31