i
buitenzinnig tafereel, de verlammende verschijning van de jongen. Op het
papier versomberen de kleuren. Het hof wordt huis. In het duin herneemt de
natuur haar rechten en ontfermt zich over de snel vervallende resten van een
verleden.
Morgenvroeg, besluit hij moe, zal hij Bewinde spreken.
Op het hof wordt die ochtend de standaard niet gehesen. Drie dagen later
dragen de mannen van het dorp de kist naar de ringmuur. Alleen de jongen
volgt. Het dorp zegt achter de gordijnen dat hij oud en grauw is van verdriet.
Het middagblad meldt dat, op zijn nadrukkelijk verzoek, in alle stilte is
begraven Louis-Augustin-Auguste graaf de Surlet, teruggeroepen in zijn vieren
tachtigste jaar, na een leven van inkeer.
In Hotel Ocean, met zicht op zee, wordt Murijn in de avond een brief
aangereikt. Kr staat, in een vast handschrift zonder zwier, een enkele regel.
'Wat zoekt gij, levende, bij Uw doden?' Ken ondertekening ontbreekt.
ANDREAS OOSTHOEK, 1969
10