SF
is eigenlijk te weinig." Ze produceerde een stel rauwe trillers en de vogel krijste en keerde in
een flauwe boog terug. Hij landde vlak voor hen met een woest geratel van kiezels. Een
opschepper, dacht d'Ancy, het soort branieschopper dat met de galvanisch koets van pa
gierend door de bocht gaat en oude dametjes van de sokken rijdt. Zelfs in vogelgedaante was
het type onmiskenbaar.
Een langdurig gesprek in skua volgde. Het klonk als twee vechtende katten.
De vogel slaakt een laatste gierende rochel en verhief zich moeizaam in de lucht. Erica keek
hem met hoofdschuddend na. "Wat een onmogelijke figuur is die Thorein eigenlijk. En maar
opscheppen over de fantastische nesten die hij altijd bouwt en dat zijn vrouw altijd zulke
joekels van eieren legt en hij laatst nog een haai in zijn rugvin gepikt heeft. Nee, ik ben blij
dat het niks tussen ons geworden is." Ze stak haar fluitje terug in een houdertje met een stuk
of zeven andere. "Maar hij kon met gelukkig wel vertellen waar Richard rondhangt." Ze
wees naar een plek, die recht uit zee oprees. "Daar moet hij te vinden zijn. Thorein had het
over een vlot."
Richard moest een ascetisch ingestelde figuur zijn, dacht d'Ancy. Iemand die een zeker
genoegen schepte in het ondergaan van ontberingen. Dat was tenminste de enige verklaring
die hij kon vinden voor het ontbreken van een dak op de houten opbouw van het vlot.
Waarschijnlijk dook Richard direkt uit zijn bed de ijszee in om goed wakker te worden en
ontbeet hij daarna met rauwe meeuweneieren en een streng vers zeewier.
Hans stampte op de balken. Het vlot zag er degelijk uit. Echt vakwerk. Van een flink
formaat was het ook. Zeker een meter of dertig lang.
Erica bonsde op de massieve deur. "Richard! Hé, ouwe tentakelkluiver! Er is bezoek voor
je!"
De deur opende zich op een behoedzaam kiertje. "Wie?"
Erica haakte haar voet om de deur en trapte hem open. De man probeerde de deurknop nog
vast te grijpen maar toen was Erica hem al om de hals gevlogen. "Richard! Je bent nog
dikker dan vroeger!"
De man was een ware gigant. Een buik als een karnton, opvallend korte armen die echter
even dik waren als d'Ancy's middel, benen die Atlas niet zouden misstaan. Dit was het soort
kerel dat een ijsbeer met een hand kon wurgen zonder van zijn ochtendblad op te kijken. De
man was zo'n imposante verschijning datje pas achteraf, als een onbelangrijk detail,
opmerkte dat hij een albino was met rode ogen en een sneeuwwitte huid.
"Dit zijn Hans en Enrico," zei Erica.
"Vrienden? Speciale vrienden?"
Erica knikte. "Allebei."
Richard stapte naar voren en omhelsde hen. Vervolgens kuste hij hen allebei op de wangen.
"Slaap in mijn hut. Eet mijn makreel. Vrienden van Erica zijn mijn vrienden." Hij knipte
met zijn vinger en een brede glimlach deed zijn hele gezicht stralen. "Het is goed dat jullie
Sedna geëerd hebben. Dat voorkomt steels gemompel onder de sterren en afgunstige blikken
in de ochtend."
De nacht was een amper bespeurbare verzwakking van het licht. Spitsbergen lag ver voorbij
de poolcirkel en ze leerden al snel te slapen wanneer ze moe werden en zich verder niet aan
de verlopen van de tijd te storen.
32