schild van broeierig rood. Hans lag met zijn hand op Erica's buik terwijl ze loom door zijn haar woelde. Erica's linkerborst rees als de koepel van een vergulde pagode in zijn gezichts veld. Alleen al uit zuiver esthetisch oogpunt viel hier een boel te genieten, overwoog Hans. Hij voelde zich loom en eigenlijk heel tevreden. Zijn grote teen was ergens halverwege de eerste keer spontaan opgehouden met kloppen en hij had het vage vermoeden dat de douche voortaan ook geen problemen meer zou opleveren. Maar dat waren natuurlijk maar bijzaken. Hij wreef over haar buik en ze knorde op een vragende manier. "Nog eens?" "Wat dacht je? Ze draaide haar hoofd naar het raam en kwam zo abrupt overeind dat Hans bijna het bed uitrolde. "O, getverdemme! Waarom juist nu?" "Wat is er?" Ze zuchtte. "Het spijt me. We kunnen er beter mee kappen. Het is weer die tijd van de maand." "Bedoel je datje dan taboe bent?" vroeg d'Ancy ietwat taktloos. Erica lachte. "Taboe? Welnee. Maar het is niet zo handig als ik midden onder het vrijen in een zeehond verander, eh? Ik ben bang dat je voor mijn zeehondvorm minder dan aantrekke lijk bent." Ze gebaarde naar het raam. De volle maan was net boven de horizon uitgewipt. Spitsbergen. Dump een paar miljoen ton wegwerpgraniet en -basalt in de oceaan, kwak daarop een hele lading ijs en sneeuw. Breng vervolgens wat toefjes korstmos aan, maar vooral niet te kwistig, en ziedaar: de archipel van Spitsbergen. D'Ancy vond het een uitermate deprimerend oord. Echt het soort heiligdom dat een figuur als Sedna zou aanspre ken. Ze waren aan land gezet bij een klein vissersdorpje, dat met zijn rottende visnetten en geteerde daken al even somber was als de rest van het eiland. "Het vissen is hier gewoonweg fantastisch!" kwebbelde Erica opgewonden. "Je zwemt gewoon rond met je bek open en als je hem dichtklapt, zit er altijd wel een vis in." Ze doopte haar hand in het ijzige water en plensde een stoot naar d'Ancy die net te laat achteruit sprong. Erica giechelde. Ze had een bijna maniakaal goed humeur. "Lekker fris water. Daar houd je een heldere kop bij." "Als je een dikke laag vet en een stevige pels hebt, ja, dan kan ik me voorstellen dat het nier genieten geblazen is." "Of als je van rauwe vis houdt," vulde Enrico aan. "Wat helaas niet mijn favoriete gerecht is." "Onzin!" In de haven heb ik nog je drie zoute haringen zien eten en ik had niet het idee dat je die later stiekem weer uitspuugde." Ze kwam overeind en nam hen allebei bij de arm. "Wacht maar tot je mijn sushi geproefd hebt. Van zelf gevangen vis." "Dat is rauwe vis op de Japanse manier, niet?" Hans schudde spijtig zijn hoofd. "Ik ben bang dat we geen sushi kunnen eten. Dat is niet vaderlandslievend." Een schorre kreet vlak boven hun hoofd. Erica griste een ivoren fluitje uit haar jaszak en keek de wegflitsende meeuw na. Het was een waar monster, zo'n skua van het formaat van een gans met een gemene haakbek die volgens d'Ancy moeiteloos een schedel kon kraken. "Een vriendje van je?" "Ja. Aan de vlekken te zien is het Thorein. Ik ben vroeger een paar keer met hem wezen stappen, maar uiteindelijk liep het op niets uit. Hij is een invert en een afspraakje per maand 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 31