van duister geweld, een B-film, zwak van compositie, met figuren van bordkarton, slechte dialoog en te veel bloed, en hij een toeschouwer uit de verte. Het is uitermate ellendig, die vier doden, dacht Henrik Sizzwizz, en een ervan heb ik op mijn geweten. Of eigenlijk alle vier. Hij sloot zijn ogen. - Eén patroon zat er nog in het wapentje. - Hij wilde slapen, zonder dromen. Laat de doden de doden begraven, dacht hij. In wezen was het ook zijn schuld niet. Als Sel Soudain haar spullen niet had laten slingeren.... Langzaam kwam er een roezige warmte over hem. Hij zag vage beelden van zonnige stranden, van meisjes met trans-topjes, en van de paus die hen zegende. Zelf was hij er ook. Hij had het pistooltje in zijn hand, en de hand richtte zich opeens op zijn eigen lijf en drukte af. Met een schok schoot hij overeind, en met grote ogen, vol van een nieuwe, onge kende angst keek hij naar het vierkant van het raam. Het begon al dag te worden. THOMAS WINTNER JENNIFER JANSSEN-STEENWINKEL 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 26