SF
STRAUSS' VERDWIJNPUNT.
Met een lichte schok zakte de wereld naar de zee. Na een paar seconden van verbijsterde
stilte golfde een geagiteerd rumoer uit de openstaande benedenramen van de hotels, die zich
als een veelkleurige krans aan de voet van de brede heuvel aaneenregen. Voor het eerst
drukte de dagelijkse spraakverwarring van Italiaans, Kroatisch, Duits en Frans iets als
eensgezindheid uit.
Ik had mijn ontbijt al beëindigd en bevond me op de promenade voor mijn ochtend
wandeling. De wandelweg, die hier parallel aan de altijd drukke boulevard van het stadje
liep, bleek plotseling minstens dertig graden naar de haast roerloze zee te hellen. Traag
gleden de snuisterijenkraampjes van de zigeuners naar de waterkant, omzwermd door hun
machteloos vloekende uitbaters; tegen de balustrade die de promenade van - eveneens
hellende - betonnen badplateaus afscheidde kwamen ze tot stilstand. Hier en daar pletste een
namaakikoon of geverniste reuzenschelp op het beton.
De verzakking was een inbreuk op de vertrouwde orde van de dingen, dat kon niet worden
ontkend. En even ongerijmd als het torentje in Teutoonse vakwerkstijl, dat een van de fin de
siècle villa's uit de Habsburgse nadagen bekroonde: een grauwe Shicksal-heraut te midden
van afbladderende gevelverven in helle tinten en onmatige ornamentiek van cherubijnen,
meerminnen en heraldische revolutiesterren.
Later die ochtend verschenen dan ook beambten in blauwe stofjassen, die jalons en kijk-
toestellen met zich meevoerden. Een beetje stuurloos schuifelden ze over de scheefgezakte
promenade, gehinderd door de zigeuners die met druk gebaar hun kramen aan de balustrade
verankerden en door de honderden, die uit huizen, klinieken en hotels waren samen
gestroomd om het wonder aan den lijve te ondervinden.
In het gedrang ontwaarde ik het smalle, vogelachtige hoofd van Strauss. Met de dunne
lippen opeengeperst sloeg hij in cynische aandacht de beambten gade, die zich op de
betonnen plateaus hadden gewaagd om er hun meetpunten uit te zetten en hun instrumenten
op te stellen. Ik wrong me door de menigte en voegde me bij de oude man, die ik vriendelijk
op de schouder tikte. De donkere glazen draaiden schuin omhoog naar mijn gezicht en
Strauss knikte.
Na een gefnuikte loopbaan in de politieke administratie was Strauss in ruste. Onder beschut
ting van zijn in de oorlogsjaren aangenomen schuilnaam leefde hij in kuuroorden en
badplaatsen, waar hij in goedkope pensions verbleef. Ik had hem niet alleen aan deze kust,
maar ook aan de Zwarte Zee ontmoet. Onze behoedzame, omtrekkende bewegingen hadden
elkaar meermalen gekruist, zodat we elkaar gaandeweg als lotgenoot hadden aanvaard.
Van zijn opvattingen over de Verkleinde Schaal had Strauss me pas onlangs verteld toen de
muur van wantrouwen eindelijk genoeg bressen vertoonde. We drinken op een middag iets
onder een parasol waarop onafgebroken de aprilregen druiste. Wat ik van de theorie
begreep, was dat miniatuurmodellen van de werkelijkheid een grote esthetische aantrek
kingskracht bezitten, omdat ze het kenproces omkeren. Bij het verwerven van kennis over
een reëel object moet meestal van de delen worden uitgegaan, omdat de omvang ervan
weerstand biedt aan ons ordenend vermogen. Maar hoe kleiner het object, hoe minder
vreeswekkend het is: in de beschouwing van de miniatuur gaat de kennis van het geheel
14