verder. Ze stonden nu met zijn vijven te luisteren. Alleen de oude man
luisterde niet. Hij keek alleen maar.
Geroezemoes en zenuwlachen
vol verwachting, klopt
het hart, het hoofd,
de benen en de wangen.
Willen wordt met Zien verward.
En in het deurgat staat de Koning
der dieren al sinds eeuwen lang.
Hij richt zich vriendelijk tot de massa:
Ik ben Loeki
van 't Behang.
'Vlieg er eens uit',
dat is mijn motto.
Kom, stap in,
we gaan op reis.
Langs Voordeel, Streven en de Lotto
verlaten wij dit paradijs.
Wachtmeester Kees legde zijn hand op Henkies schouder. Hij draaide zich om.
"Mooi hèwachtmeester
"Ja, jongens. Zullen we dan nu maar eens gaan?"
"Wacht effe. 'T is nog nie klaaro", zei Salvo. En de stem besloot:
De Vleugellammen blijven achter
in het helle licht.
Hun strak gelaat
vergrijnst naar wreed
dat zijn ze,
aan hun stand verplicht.
Met het karakteristieke, gierende geluid van een auto die achteruit rijdt,
verdween het vijftal in de nacht. De oude man was naar binnen gegaan en in
polder klonk geen enkel geluid.
RONALD VERSTRATEN