Sartre, Camus, Gide, de Beauvoir en meer van die ernstige mensen passeerden de revue. Bets hing aan zijn lippen. Wij ook, al kregen we er wel dorst van. Het was ook bloedheet in het huisje. Buiten stormde het en de open haard loeide als een gek. De arme man zat zowat te stikken in zijn pak van Franse snit Ik laste een pauze in om iets in te schenken. Een verfrissing zogezegd En daarna begon het gedonder. Wij, Kees en ik, als bestuur dus, zaten vooraan en wekten de indruk dat we begrepen waar de man over sprak. We deden ons best om op het juiste moment fijntjes te knikken, hetgeen ons punten opleverde. Achterin echter hokten een aantal minder belangrijke leden die absoluut geen moeite deden hun verveling te verbergen. Ze zetten het op een zuipen en waren niet meer te stoppen. Ook werden ze handtastelijk, wat in onze kringen niet direkt als hinderlijk werd ervaren, maar wat bij deze gelegenheid niet kón, vonden wij. Eén van de leden, een zekere H, onderbrak het betoog van de man en startte een onsamenhangend verhaal over een indianen- reservoir waarover hij gelezen had. De doctorandus knikte peinzend en vond dat het maar weer eens tijd werd om te gaan. Kees en ik waren woedend. Anarchie? Best. Maar wel in je eigen tijd. Wij als bestuur waren verantwoordelijk voor alles wat zich hierbinnen afspeelde en dit ging toch echt te ver. Na veel glazen bier en enkele heftige diskussies raakten wij er echter gelukkig van overtuigd dat uiteindelijk de burge meester ons die verantwoordelijkheid had opgelegd en we haalden opgelucht adem. Zo was het. En "ze" moesten natuur lijk niet denken dat wij ons zomaar iets lieten opleggen. We dronken tot diep in de nacht en kregen tenslotte de brand weer aan de deur omdat de open haard zo hard brandde dat er een spoor van vonken uit de schoorsteen spoot die over het dorp werd geblazen. "Een misverstand," suste ik de burgemeester toen hij me over het incident aansprak. "We zitten in de aanloopperiode. Het zal niet meer gebeuren." Hij zweeg en keek bedenkelijk. Ik meen te weten dat het bij deze ene kulturele aktiviteit is gebleven. Wij waren jong en wild en hadden al spoedig in de gaten dat de soos ook nog voor andere aktiviteiten geschikt was. In de weken die volgden sleepten we talloze voorwerpen van huis mee naar binnen, waaronder een oude divan, die in de loop van de tijd voor verschillenden onder ons zijn horizon tale waarde bewees. Bets had al snel afgehaakt. Zij paste ervoor om zich regelmatig te laten pakken. Steeds vaker kwam het voor dat 's morgensvroeg na een wilde nacht diverse leden met bleke gezichten naar buiten strompel den in een poging de weg naar huis terug te vinden. Het dorp sprak er schande van. "Er gaan geruchten dat het de verkeerde kant opgaat met jullie," sprak de burgemeester peinzend op een morgen, nadat hij me op het gemeentehuis had ontboden. "Ik hoor verhalen over bachanalen en meer van dat fraais. Wat is daar van waar?" "Roddels." stelde ik hem gerust. "Natuurlijk, er wordt wel eens een enkel glaasje bier gedronken. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 9