Ik richt mij op
om het te dragen
het hout waaraan ik lijd
en nu ik mij ervan bevrijd
scherm ik het licht af voor mijn ogen
Ik heb het niet vermogen
ik ben er onderdoor gegaan
en nu de spiegel is gebroken
wil ik het kind in mij verdragen
als tranen in mijn ogen staan.
LEENDERT BEYE
43