Het gaat hier om zijn door de jaren heen veelvuldig gedekla- meerde gezongen en gepubliceerde gedicht 'Vergeet hen niet' De eerste strofe luidt: "Vergeet hen niet die voor de vrijheid streden/ Tot 's menschen heil, met onbezweken moed;/ Vergeet hen niet die smaad en onrecht leden/ En offerden voor ons hun goed en bloed./Hun namen zijn met goud in 't boek geschreven/ Van 't lijdend volk en schitt'ren in 't verschiet;/Vergeet hen niet die strijdend zijn gebleven,/Vergeet hen niet." Hoe was het gesteld met de anarchistische of door het anarchis me beinvloede bladen? Bij het Noordneder land se weekblad 'De Ar beider', gesticht in 1892, valt op dat er in de vroegste jaren gemiddeld 1 gedicht per nummer voorkwam. Behoefte aan en waar dering voor het gedicht bestonden er dus wel degelijk. Maar vrij wel alle poëtische bijdragen hadden een zeer traditioneel karak ter. Er werd geducht gebruik gemaakt van retoriek - niet zelden van de holle soort - terwijl het pathos rijkelijk werd toege past. Op vergaderingen werden vaak gedichten voorgelezen en lied' ren gezongen - meestal gezamelijk - die nu, 80,90 jaar later een wat onwezelijke indruk op ons maken. Naast *De Arbeider' be stond er in die jaren een weekblad met de naam 'Licht en Waarheii Van het dan ook omgedoopt in 'An-archie'. Opvallend is een ge dicht van P.H. van der Wal, dit niet om de schoonheid ervan maar om de felle en bittere toon. "Vreeslijk!/Wat is 't volk toch on tevreden! t Praten van de Kamerleden,t Zuipen, vreten en hoereerenVan wie 't geld des lands verteren,t Overtuigend slaan en hakken/Der menschlievende k 1 abakken /Zegeningen der Mil tie,/Vonnissen der klass'justitie,/'t Brullen der oranjeklanten, Zwaaiende naar alle kanten,t Preken zelfs der zwartgerokten,/ Niets verbetert die verstokten/Niets meer kan dat volk bekeeren Is het geen schandaal, mijnheeren?" Met het zondagsblad 'Morgen rood' werd vooral gepoogd de arbeiders deelachtig te maken aan dt kuituur. In de jaargangen 1888-1889 kwamen in de totaal 40 num mers maar 13 gedichten voor. De redaktie scheen met deze materie niet goed raad te weten. Misschien ook behoorden de leden tot het slag van de cerebrale genieters. De geplaatste poezie was een mengelmoes waarin ook hier de retoriek de boventoon voerde. De anarchistische teneur werd langzamerhand beter merkbaar. Zo wer den er gedichten opgenomen van ene Adamas, de zoon van de Belgi sche dominee Schout. Adamas was in zijn land de eerste die de mi litaire dienst weigerde. Maar ook poezie van Allard Piersonde onverschrokken predikant, blijkt geliefd te zijn. Grote waarderir had men in die dagen voor de (vertaalde) gedichten van Ada Negri (1870-1945), een Italiaanse dichteres en schrijfster over de el lende van de proletariërs. In de jaargang 1897 komt het gedicht 'God' van Willem Kloos voor. Het jaar daaropvolgend blijken de Vlamingen in trek te zijn. Van Prosper van Langendonck prijken niet minder dan 14 gedichten op een totaal van 23. Nadat de poëtische vernieuwing van de Tachtigers zijn beslag had gekregen raakte het in de poezie gedaan met de huiselijke en zoet toon en het statig-retorische Maar de anarchistische poezie had met de poezie weinig van doen. Hier bleek eens te meer dat het an archisme een pertinent sociaal karakter heeft: de anarchisten had den weinig waardering voor die hyperindividueelste dichters. Pas nadat zich van hen de socialisten hadden afgescheiden gingen de anarchisten de nieuwe poezie waarderen. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 12