DE DICHTER EN DE MAECENAS In Terneuzen woonde eens een poeet die bij gebrek aan concurrentie een aardige faam wist op te bouwen. Daarover gaat dit verhaal. Pierre was zijn dichtersnaamBij de slager en de bakker noemden ze hem Wim. Als hij gekleed in een morsig colbertje en met een vale sjaal om de nek door de Noordstraat ging, dan zag je dat hij het moeilijk had in het leven. Zijn schouders verkrampt onder de zwaarmoedigheid van het bestaan, zijn blik hooghartig op het oneindige gericht. Werd alles hem te moede dan klom hij op de dijk en stuurs tegen de wind in mompelde hij zijn verzen. Als bard had hij toegang tot het hogere, het onuitspreek bare. Boze tongen noemden zijn werk cryptisch gewauwel. Maar wie aangeraakt werd door de hand der goden murmelde als een kind. Het was het noodlot. Boven op de dijk snoof hip de geur van rottend wier, bedacht hoe schoon de scheepkens dobberden en krabde aan zijn gulp. Op een regenachtige ochtend in april stond hij bij de haven. Hij dacht aan zijn lief, zijn zoeteken. Het schone wicht was er vandoor gegaan met een vertegen woordiger in autobanden. Als hij daar eens een gedichtencyclus aan wijdde? En terwijl hij daar mijmerend stond te staan en de vette haarslierten tegen zijn brilleglazen tikten, kwam hij op het idee de oude dikke maecenas op te zoeken. De dikke maecenas was een handelaar in oliën en vetten, die zich had teruggetrokken in een rustieke boerenwoning in de polder. De man had, literatuurminnaar als hij was, eens een dicht bundel van Wim gefinancierd. Denkend aan het schamele loon dat Wim ontving voor enkele uren Nederlands aan een ambachtsschool, leek de oude dikke man te beschikken over een schier onuitputtelijke voorraad bankbiljetten Wim was er telkenmale in geslaagd het vertrouwen te winnen door luidruchtig orerend en zuipend stijlbloempjes uit de vaderlandse letterkunde te declameren. Daar was de dikke danig van onder de indruk. Ongeschoold, opgeklommen doof de handen uit de mouwen te steken, was hij gevoelig voor intellectuele volzinnen. - 21 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 21