Wim verliet gebukt onder deze gedachten de dijk, om in een woning van een vage kennis een taxi te bestellen. Zo kon het gebeuren dat hij een klein half uur later in een fauteuil zat terwijl zijn door nicotine gebruinde vingers een whiskeyglas omklemden. Hij begon te klagen over het .ot dat hem, de bard van zompig laagland, was beschoren. Geen erkenning, schuldeisers aan de telefoon, depressies die als kraaien neerstreken op het lekkende dak van zijn huurwoninkjehet kon niet op. Goedmoedig stelde de maecenas voor de kunstzinnigheid van Wim te etaleren in een nieuwe bundel. Een dundrukje waarin tere gevoelens over stilte, bestaan en liefde verwoord moesten worden. De voormalige vettenhandelaar had er wel vijf mille voor over Wim knikte tevreden. Eindelijk iemand die hem begreep. Na het uitwisselen van een aantal bespiegelingen die be leefd werden aangehoord, hielp de maecenas de beschonken dichter in een taxi, die koers zette naar de gammele dijk woning van de poeet. De volgende ochtend, de ogen half dicht tegen het zonlicht, schoot de inspiratie hem even gemakkelijk en soepel te binnen gelijk het manlijk lid een weduwvrouw. De pen kraste over het papier. We lezen mee: 'de zon zingt in de sterre de maan schijnt overal, stil roept de leeuwerik zijn roes onder de wolken, de kale kat danst op het vinkentouw, mijn lief ik hou van jou, die schone scheldestad Twee maanden later werd het boekje gepresenteerd. Een daverend succes. Wie beweert dat een profeet in eigen land niet wordt geeerd? De veertien aanwezigen klapten om het hardst. ERIC BASSANT - 22 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 22