- 15 - geïnteresseerd in sex. Ik denk dat vliegen vechten. Met Ansje speel ik vadertje en moedertje. Zij is moeder en zet thee in een theepot die er niet is en we drinken onzichtbare thee en we kijken elkaar aan en smekken en zeggen tegen elkaar dat het heel lekker is. We maken taartjes van zand en we hebben nog nooit zulke lekkere taart jes gegeten. We hebben een kind en dat is een beer of een konijn, dat weet ik niet meer, en hij krijgt de rest van de taartjes en we gieten de thee over hem leeg. De grond, de lucht en het zeewater moeten nog vuil worden. Dat is zo gebeurd. Ik moet nog een baard krijgen. Ik moet nog verdrie dubbelen in gewicht. Ik ga nog vaak verhuizen. Ik kom aan de weet dat het lange zwarte lijntje op de kaart de Mississippi is. Ik moet mijn pink nog breken. Zubiria krijgt de bal, schiet en als ik mijn hand uitsteek knakt mijn pink als een takje. Ik moet nog kiespijn krijgen. Ik moet mijn kaak nog breken en ze binden mijn linkerhand aan het bed vast zodat ik niet kan draaien, anders gaat mijn gezicht weer kapot. Op mijn hoofd plakken ze een stuk tape. Met viltstift staat er: deze kant boven. Mijn oog moet rood zijn. Ik moet jou nog zien vallen, bloed op ijzer en op de kaart alsof er een tomaat op stuk is gegooid. Ik moet mijn eerste vis nog vangen. Dat doe ik net een bezemsteel en een stukje vliegertouw met een haakje. De dobber maak ik van een kurk en een meeuweveer. Het haakje gaat moeilijk uit zo'n ,vis los. Het maakt een snokkend geluid en de vis gilt zonder dat je het hoort. Sindsdien vis ik niet graag meer. Zijn ogen puilen uit en zijn staartje slaat kwaad heen en weer, en hij denkt: was ik maar in het donker van het kanaal gebleven. Ik moet nog wat werk verrichten. Ik moet dit nog schrijven. Ik moet nog boodschappen doen, ik moet nog naar de kapper. Ik wil nog op reis. Ik moet het allemaal nog zien. Ik moet nog zien of ze dit drukken en ik moet nog zien of jij dit leest en of je er iets aan vindt. Je kunt beter zelf iets schrijven misschien en nagaan wat je allemaal nog moet doen als je drie bent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1987 | | pagina 15