BRUSSEL-ZUID Met een reusachtig valscherm bollend achter zich aan trekt de avond Brussel vacuum de straten, leeg, houden op te bestaan De nacht sterft uit tot een lege doos Nachtwakers zien de treinen passeren Wie zou zich voor Brussel nog interesseren die reeds zijn weg koos naar het zuiden en ondergedompeld in de geluiden van de trein die aak'lig stille hal inblikt en van die aanblik zó verschrikt dat hy zyn ooglid snel laat vallen niet meer luistert naar het lallen van de laatste alco'olist die zich nu in deur vergist en staat te pissen tegen 't loket alvorens te worden verstoten - het hek dicht, de poort gesloten - en aan de rand van de aarde gezét De nachtwacht trekt opnieuw de troosteloze nacht in heeft geen enkele verwachting vraagt de BRT een oude plaat te draaien intussen in zyn leegheid graaiend zegt: heus dit leven valt niet mee uw luisteraars - wie luistert nog? - die hebben geen idee van wat voorafgaat aan t ontwaken De wijzers van de stationsklok kraken de nacht langzaam zuigt de tijd naar binnen een nieuwe dag staat klaar om te beginnen De laatste klanten verlaten de kroeg met de gestresseerde blik van 's morgens vroeg Een fabrieksfluit schelt als ochtendreveille II est cinq heures, Bruxelles s' eveille. Ronald Verstraten - 7 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1987 | | pagina 7