DE ZEEUWSE WAPENHANDEL EN WAPENPRODUCTIE,
1572-1648
M.A.G. de Jong
Inleiding
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog verwierf de Republiek binnen Europa een voor-
aanslaande, economische positie door de koppeling van Amsterdam als interna
tionaal handels- en distributiecentrum en een sterk ontwikkelde nijverheid. In het
bijzonder gold dit voor de wapenhandel en wapenproductie van de Republiek.
Zowel voor het eigen leger en de vloot als de strijdkrachten van buitenlandse
mogendheden werd in de Republiek veel oorlogsmateriaal ingekocht. De koop
lieden in de Republiek hadden voor de aanvoer van grondstoffen, wapens en mu
nitie goede contacten met befaamde wapenproductiecentra als Luik, Suhl en So
lingen opgebouwd. Bovendien wisten zij in Zweden, Polen en Rusland nieuwe
productiecentra voor geschut en vuurwapens op te zetten en wapentuig en grond
stoffen uil deze landen te importeren. In het verlengde hiervan ontstonden in ver
schillende Hollandse steden belangrijke wapenproductiecentra1. Er werden geïm
porteerde onderdelen lot vuurwapens geassembleerd, zwavel en salpeter samen
met houtskool tot buskruit verwerkt en ijzer, tin en koper lot geschut gegoten.
Zeeland was één van de gewesten van de Republiek waar de wapenhandel en
wapenproductie flink werden uitgebreid. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog nam
Zeeland negen procent van de totale oorlogsbegroting van de Republiek voor
zijn rekening. Daardoor werd een deel van de compagnieën en garnizoenen van
het Staatse leger door Zeeland betaald en van wapens en munitie voorzien. Te
vens kocht de Zeeuwse Admiraliteit oorlogsmateriaal aan. Vanaf de jaren negen
tig van de zestiende eeuw zwermden steeds meer Hollandse en Zeeuwse schepen
uit naar nieuwe handelsgebieden in het Middellandse zeegebied, Azië. West-
Indië en Guinea. Naast schepen van de Zeeuwse kamers van de Verenigde Oost-
Indische Compagnie en West-Indische Compagnie opereerden ook steeds meer
particulier uitgerede schepen, die, met name uit Amerika terugkerende, rijk bela
den Spaanse en Portugese schepen probeerden te verschalken. De uitrusting van
deze sterk in aantal groeiende schepen vergrootte de regionale vraag naar wapen-
Dit onderzoek werd mede mogelijk gemankt door een onderzoeksvergoeding van de Stichting Re
gionale Geschiedbeoefening Zeeland. Voorts wil ik de heren F. van der Doe. L.M. Hollestelle. A.C.
Meijer en L.R. Priester van liet Rijksarchief in Zeeland bedanken voor hun waardevolle hulp en ad
viezen. evenals l.J. van Loo voor zijn adviezen over dc paragraaf met betrekking tot het buitgemaakte
oorlogsmateriaal.
1. De belangrijkste wapenproductiecentra bevonden zich in Amsterdam, Delft. Den Haag, Dor
drecht. Gouda, Rotterdam en in Utrecht. H.Ph. Vogel. 'De Republiek als wapenexporteur 1600-1650',
in: J.P. Puype en M. van der Hoeven ed.. Hel arsenaal van de wereld. Nederlandse wapenhandel in
de Gouden Eeuw. Amsterdam 1993. 13-21. aldaar 13. Voor een eerder, beknopter artikel over dit on
derwerp zie: M.A.G. de Jong. 'De Zeeuwse wapenhandel en vvapenproductie 1572-1630'. in: J.P.
Puvpe en M. van der Hoeven ed.. Hel arsenaal van de wereld. Nederlandse wapenhandel in de Gou
den Eeuw. Amsterdam 1993. 22-27.