In de beschrijvingen is steeds sprake van eieren én nesten. De nesten
zijn niet meer aanwezig; waarschijnlijk waren ze tot stofnesten vergaan
en opgeruimd.
De collectie is steeds onder beheer geweest van een conservator. Het
beheer zal beperkt geweest zijn; het recentste, verpakkingsmateriaal
bestond uit kranten uit 1917. De conservatoren waren ook slechts
geïnteresseerde leden, die in hun vrije tijd hun functie vervulden.
Achtereenvolgens werd de eierverzameling beheerd door:
F. Ermerins (1884-1889), wethouder te Middelburg;
H.L. Gerth van Wijk (1890-1899), docent plant- en dierkunde aan het
Stedelijk Gymnasium en de Rijks H.B.S. te Middelburg;
W.Chr. Noske (1899-1921), tuinbouwkundige en directeur van een
tuinbouwinrichting te Middelburg;
dr. J.H. Vernhout( 1921-1922), zoöloog te Leiden, later te Middelburg;
P. de Bruijne (1923), waarnemend conservator;
mej. H.B.Th. Schouten (1924-1926), docente natuurlijke historie aan
het Stedelijk Gymnasium te Middelburg;
drs. P.J. van der Feen (1926-1961), zoöloog te Amsterdam, later Dom
burg.
Sedert 1961 is het beheer van de collectie niet langer uitgeoefend door
vrijwillige conservatores, maar is het beheer gevoerd door het perso
neel van de toen opgerichte Zeeuwse Museumstichting.
De verzameling is grotendeels bijeengebracht door dr. J.C. de Man.
Een levensschets is gepubliceerd in het Archief (Polman Kruseman,
1910). Belangrijke verzamelaars waren verder dr. H. Goemans, arts te
Zierikzee; A.J. Wijnnen, apotheker te Rotterdam, eerder te Middel
burg; Th.F. Martin, arts te Hulst.
Toelichting bij de LIJST:
De vindplaats is zo nauwkeurig mogelijk vermeld, vervolgens het aan
tal eieren, de datum van de vondst (z.j. zonder jaartal) en de schenker
of vinder. Waar niets vermeld is, zal dit als regel De Man zelf zijn.
Tussen aanhalingstekens zijn belangrijke zinnen uit de handgeschreven
catalogus van De Man, z.j. toegevoegd. Voorts is sporadisch een
verdere opmerking gemaakt.
Determinatie vond plaats met behulp van Makatsch (1974).
LIJST VAN EIEREN, TOEBEHORENDE AAN HET GENOOTSCHAP
dod aars (Trachybaptus ruficollis).
Domburg, 2 ex., leg. A.L. Wijnne, 1882.
"Ofschoon de vogel niet zeldzaam is, zijn dat wel het nest en de
eijeren."
Niet eerder broedend van Walcheren bekend dan 1917 (Smulders,
1969).
55