d. De maangestalte-schijf
De duur van één synodische maansomloop, ofwel 1 lunatie, bedraagt 29
dagen, 12 uur en 44 minuten. Het maanschijfje in de grote wijzer van het
uurwerk bezit echter een periode van 29 dagen, en 12 uur, zodat dit
schijfje bij iedere lunatie 44 minuten voorloopt. Wanneer dient hier een
correctie plaats te vinden?
Welnu, in 29 dagen en 12 uur 24480 min.) wentelt het maanschijfje
180°, ofwel 1° per 236 minuten. Bij iedere lunatie ontstaat aldus een
miswijzing van (44 236) x 1° 0,186°.
De enige correctiemogelijkheid bestaat uit het verstellen van het uit 7
tanden bestaande sterrad, dat het 118 tanden bezittende maanschijfje
aandrijft. Wanneer het sterrad 1 sterpunt verzet wordt, verdraait het
maanschijfje aldus (360°7) x (7 118) 3,05°. Deze verdraaiing wordt
bereikt na 3,05 0,186 16,4 lunaties, of éénmaal per ongeveer 16
maanden.
Zonder bezwaar voor de aanwijzing van de maanfasen kan deze cor
rectie ook eens per 3 x 16 48 maanden of 4 jaren verricht worden, en
wel door het sterrad dan 3 tanden terug te zetten. Dit zou dan steeds op
de 29e februari kunnen geschieden, te gelijk met het verzetten van de
datumwijzer.
116