HET GRAAFSCHAP ZEELAND
EN ZIJN VERHOUDING TOT HOLLAND
IN DE LANDSHEERLIJKE TIJD
door
G. TAAL, hist. drs.
Was Zeeland in de landsheerlijke tijd geen graafschap?
In zijn artikel ,,De opkomst van den grafelijken raad in Holland" merkte
Prof. Enklaar in een voetnoot2) het volgende op: „Zeeland was geen apart
graafschap. Er is in de stukken vaak van één graafschap Holland en Zeeland
sprake, waarbij op het laatste de nadruk gelegd wordt om de Hollandsche
aanspraken erop tegenover Vlaanderen te onderstreepen; vgl. I. H. Gosses,
De rechterlijke organisatie van Zeeland in de Middeleeuwen (1917), 19 vgg.
Pas in 1289 noemt Floris V zich voor de eerste maal graaf van Holland en
van Zeeland (Van den Bergh II no. 679), welke dubbele titel omstreeks
1300 regel wordt; vgl. R. Fruin, De provincie Zeeland en hare rechterlijke
indeeling vóór 1795 (1933), 6. Zeeuwsche ambachtsheeren heetten nog in
de vijftiende eeuw mannen der grafelijkheid van Holland; vgl. R. Fruin, Het
archief der O.L.V. Abdij te Middelburg (1901), 320, no. 718."
Prof. Enklaar plaatste deze noot bij een passage in zijn artikel, waarin
hij sprak over „de groote rechtsgebieden in het graafschap, waarvan Zeeland
en Kennemerland een eigen landrecht met eigen vierschaar hadden, wat
West-Friesland, kort te voren onderworpen, in 1299 ook verkreeg." Hij
heeft het hier dus over toestanden ten tijde van Floris V. Uit de bovenver
melde noot blijkt o.i. echter, dat hij meende, dat Zeeland ook daarna geen
apart graafschap was; klaarblijkelijk hechtte hij weinig waarde aan de ver
melding van de dubbele titel van Floris V in de oorkonden sinds 1300 3).
Hij zag Zeeland als een tot Holland behorend rechtsgebied, dat in de grafe
lijke titels slechts genoemd werd om de aanspraken van de Hollandse graaf
tegenover de Vlaamse leenheerlijkheid over Zeeland bewester Schelde te
beklemtonen.
Dezelfde mening is Prof. van Winter toegedaan. In zijn voordracht „De
zeven provinciën" verklaart hij, dat Zeeland nooit een graafschap is geweest,
„veeleer een district met een eigen karakter, dat door zijn geografische
gesteldheid licht een eigen leven kon leiden" 4).
De genoemde uitspraken hebben geleid tot deze studie, waarin wij zullen
trachten de positie van Zeeland tegenover Holland in de landsheerlijke tijd
51