AMBACHT EN GEMEENTE IN ZEELAND
TIJDENS DE BATAAFSE REPUBLIEK
DOOR
M. P. DE BRUIN.
Vóór het revolutiejaar 1795 kende men op het platteland
het begrip gemeente niet, wel de benaming parochie, dorp,
gerecht of ambacht. Dit hield verband met de oude middel
eeuwse bestuursorganisatie. Bestuur en lage rechtspraak
werden uitgeoefend door schout en schepenen (in de smal-
steden had men ook burgemeesters), die door ambachtsheren
werden aangesteld. Franse invloed bracht hierin verandering
en had tengevolge dat men van gemeente, gemeentebestuur
of municipaliteit ging spreken, al bleven de oude benamingen
in zwang. In kort bestek de gebeurtenissen tijdens de revolutie
jaren in alle Zeeuwse gemeenten en ambachtsheerlijkheden
na te gaan ware niet wel doenlijk en is ook niet noodzakelijk.
Voornamelijk zijn daarom de veranderingen op het eiland
Noord-Beveland nagegaan, dat met de smalstad Kortgene en
een tiental heerlijkheden, waaronder Colijnsplaat tot 1795
eigendom van het huis van Oranje voldoende gelegenheid
bood de verschillende aspecten van het onderwerp te behan
delen. Aangenomen kan worden dat de gang van zaken in de
andere Zeeuwse gemeenten ongeveer dezelfde is geweest.
In vergelijking met de Franse revolutie was de omwenteling/
in ons land slechts een „fluwelen" revolutie. Voor Zeeland
geldt dit in het bijzonder. Het capitulatieverdrag te Breskens
gesloten 3/4 Februari 1795, verwees naar aanleiding van het
gestelde in artikel 2 „dat de tegenwoordige regeringsvorm
zal gehandhaafd worden" naar de proclamatie van de Franse
natie aan het Bataafse volk t). Deze proclamatie behelsde o.a.
dat de „wetten, gewoontens en gebruiken voor als nog ge
handhaafd zullen worden"2). Toch werden geleidelijk, ten
gevolge van de verandering der stedelijke raden, de oude
afgevaardigden van de steden teruggeroepen en nieuwe ge
zonden naar de vergadering der Staten, wier naam als minder
toepasselijk op de gewijzigde omstandigheden 3 Maart ver
anderd werd in vergadering van de „Provisioneele Represen-
1) Z. Paspoort, Beschrijving van Zeeland vervolg Tegenw. Staat,
Middelburg (1820), p. 12, en Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken 1795,
p. 1122 vlg.
2) Zie voor deze proclamatie Jaarboeken 1795, p. 290 vlg.