63
Van Deventer ontworpen, dan bevestigt deze in alle opzichten
bovenstaande conclusies. Dicht bij de stad zien we op den
hayman huizen geteekend, zelfs een soort buitenplaatsen (of
hoeven?), door geboomte omgeven, zoodat hij daar van
nature vrij hoog was 1), maar naarmate we meer naar het O.
gaan, des te meer zien we, dat het dan een gebied wordt vol
poelen, kromme en onregelmatige kreken en vlieten, erg moe
rassig en nog sterker, nog pragnanter en beslister wordt deze
indruk als we ,,het Panorama van Walcheren'' bekijken. Het
is ook daar een somperig moeras, vol onregelmatig kronke
lende stroomen en stroompjes, vol plassen en putten, een echt
moergebied en ook de voorstelling op de kaart van Sgrooten
en zijn tijdgenooten, hoewel minder gedetailleerd, doet toch
zien, dat zij wisten, welk moerassig gebied deze streek was.
Juist de omstandigheid, dat zij niet verkaveld was, en dus niet
bereden werd, maar eenvoudig een stuk ,,heij" was, dat toe
vallig bescherming had gevonden, door de omringende am
bachten en ook van nature naar den kant van de stad hoog
was en daardoor en ook door den aanleg van een zomerkade
beschermd werd tegen de zee, maakte, dat zij als „man" kon
gebruikt worden dat economisch gebruik zal voornamelijk in
moeren" en „beweiding" hebben bestaan.
Natuurlijk zal er wel een paalscheiding tusschen de verschil
lende ambachten of gebruikers zijn geweest, zooals men die
op schorren veelvoudig vroeger (en ook nu nog wel) aan
bracht. Hij kan ook best het eigendom van één man, of van
één corporatie zijn geweest. Op de kaart van Beekman loopt
door dit gebied de „Mannesee", wat wel zal beteekenen
„de Ee" van den hayman en in de nabijheid van deze, we
weten het uit de geschiedenis van Middelburg, stonden tal-
looze zoutkeeten Middelburg was net als Zierikzee niet
onderworpen aan het Dordsche stapelrecht voor „zout", dat
onmiddellijk doorgezonden werd naar Venlo en Keulen. Daar
uit volgt, dat er even druk gemoerd werd als in Zierikzee en
1) Wij vestigen op die „hooge ligging" daar nog eens apart de aan
dacht, ofschoon ons betoog hierover niet gaat, voor de stichting en
oorspronkelijke ligging van de stad „Middelburg
Archief 1940 7