80
te stellen, moeilijker wordt dit voor het Oosten, Zuiden en
Westen. Betreffende de Oostgrens verkeerden we lang in
het onzekere waar deze te moeten zoeken, tot onze aandacht
viel op de oude grensscheiding tusschen de ambachten
Waarde en Valkenisse, zooals deze staat aangegeven op de
kaart van Hattinga van 1747 1en op een kaart van Waarde
in 1800, geteekend door Willem Roose te Driewegen2)
Wij danken het verder aan de inlichtingen van de heeren
Arn. Klap en S. Waterman te Waarde, dat wij meenen den
ouden toestand daar eenigszins te kunnen reconstrueeren.
Genoemde heeren deelden ons mede. dat omstreeks 40 jaar
geleden door wijlen den heer van Weele walletjes zijn
geslecht ter plaatse van dat deel der oude grens Waarde
Valkenisse, dat gelegen is tusschen den Dooldijk en den
Weelweg. Wij meenen de mogelijkheid, dat deze walletjes
de restanten zijn geweest van den ouden scheidenden dijk
tusschen Waarde en Valkenisse, niet te mogen verwerpen.
Hier zullen dan ook de Zuidelijke Hinkeletakken, de Scoude
en de Zekkelinge, waarvan in Hoofdstuk I melding is gemaakt,
moeten worden gezocht, hoewel het terrein thans geen aan
wijzingen van hun bestaan daar meer geeft.
Tegen den verdwenen Oostelijken dijk sluit in het Zuiden
aan de Boterdijk, die met zijn verlengde den Plattendijk,
geheel of ten deele de Zuidgrens van onzen polder vormde.
Wij schrijven geheel of ten deele, omdat wij voor de West
grens, dus voor den dijk, die Oost- en Westpolder scheidde
geen volledige opheidering kunnen geven. Het verlengde van
den Plattendijk sluit n.l. aan tegen den Noordelijken dijk
van den Westveerpolder. Beekman teekent dezen dijk als
Hontedijk in 1300. De Westveerpolder zou dan pas na
dat jaar zijn aangewonnen. Het deel van het tegenwoordige
Waarde ten Zuiden van Platten- en Boterdijk wordt door
Beekman als ingepolderd beschouwd in 1300, wat natuurlijk
heel goed het geval kan zijn geweest. Wij durven dan ook
1) Tegenw. Staat. Dl. XX.
2) Kaarten invent. Rijks-Arch. Zeeland, no. 693.