1903.
Van den Jordaan tot de Schelde (bladzijde uit het Middelburgsch archief), door H.
L. de Leeuw.
Walcheren in 1778, door dr. L. Wagenaar.
Bijdrage tot de geschiedenis van den Schotschen stapel te Veremedegedeeld door
J. W. P er reis, I—III.
Een brief van Philippus van Lansbergen, medegedeeld door mr. R. Pruin.
1904.
Onderzoek naar de eerste omwalling en omgeving der stad Middelburg, door P. K.
Dommisse. Met drie schetsteekeuingen en drie uitslaande platen.
1905.
Een foutief epigram op een der Middelburgsche tapijten door dr. J. G. V o g 1 e r.
Gosuinus a Buitendijck door N. M. de Ligt.
Bijdragen tot de geschiedenis van den Schotschen stapel te Dordrechtmedegedeeld
door J. L. v a n Dalen.
Bijdragen tot de geschiedenis van den Schotschen stapel te Veremedegedeeld door
J. W. P e r r e 1 s IV.
Wat zijn „nieuwe erften"?, door A. A. Beekman.
1906.
De leerlingen van het Middelburgsch gymnasium van 1629 tot 1905 door dr. J.
G. V o g 1 e r.
Huibert Jacobus Budding en zijn kriug (18341839.) Eene bladzijde uit de ge
schiedenis van de Afscheiding in Zeeland, uit oorspronkelijke bescheiden beschre
ven door D. de R ij c k e.
De prins van Oranje en de Schotsche stapel te Vere in 1668, door dr. N. J api k se.
1907.
Bijdrage tot de oudste geschiedenis van den polder Walcheren door dr. E. Wier-
s u m.
De leprozen te Middelburg door H. M. K e s t e 1 o o.
Varia. (Margriete van Aerselle. Het geslacht van Westkerke. Sententie van
Dierick Andriesz. De kanunniken der Middelburgsche abdij in 1579. Vra
gen bij den ondertrouw in de Hervormde gemeente te Sluis oudtijds in gebruik.
Eene beschrijving van Zeeland uit de eerste helft der 13e eeuw.)
190S.
De oorsprong der familie Van Borssele van der Ilooghe, door mr. R. F r u i n.
Een Zeeuwsche kalender uit de 16e eeuw door dr. E. W i e r s u m.
George Hughes Worsley (a self-constituted preacher). Eene bladzijde uit het ver
leden der Engelsche gemeente te Middelburgdoor D. de R ij c k e.
Stukken betreffende den stormvloed van 1530medegedeeld door mr. R. F r u i n.
Varia. (Brieven, door de Zeeuwsche afgevaardigden te Delft aan de Staten van
Zeeland gezonden na den moordgepleegd op prins Willem I.)