33
Zeker was zij onaangenaam gesteld. Wat inderdaad het geval
was, kannen we zoo uitdrukkenin de vier oorlogsjaren waren
Walcheren en de Tieler- en Bommelerwaarden met het grootste
deel van Holland vergroeid tot een staatje, dat men doorgaans
Holland beliefde te noemen. De genoemde waarden zijn tot
omstreeks 1600 met Holland vereenigd gebleven, wat voor Gelder
land schadelijk genoeg was, maar Zeeland was zonder Walcheren
niet denkbaar. Aux grands maux les grands remèdes.
Om de juiste beteekenis van liet gebeurde te begrijpen, is het
goed, buiten de notulen rond te zien. De Oranjegezindheid van
ons volk heeft haar eb en vloed gekend; ook wanneer we een
graphische voorstelling konden geven van de wassende populariteit
van Willem I, zou deze geen regelmatig klimmende lijn mogen
zijn; maar in September 1577 was het zonder twijfel springtij. De
Staten-Generaal hadden, verbitterd door de handelingen van Don
Jan, 6 September den Prins uitgenoodigd om naar Brussel te
komen, ten einde hun in alle zaken van raad te dienen, en den
23sten hield hij een triomfantelijken intocht in de hoofdstad der
Nederlanden. De zaak ligt dus zoo, dat de drie steden, die zoo
lang mogelijk aan de autoriteiten te Brussel hadden vastgehouden,
zich nu richtten tot het nieuwe gezag aldaar. De Oranje, dien
zij aanriepen, was niet de Geuzenprins van Holland en Walcheren,
maar de Oranje van geheel Nederland. Het was in September
1577 geoorloofd te denken, dat alle gewesten van Philips II
zouden afvallende drie steden aanvaardden Oranje nu mede
als hun hoofd, maar feitelijk meer in gezelschap van Brabant en
Vlaanderen dan van Holland en Walcheren. Er ging toen een
golf van geestdrift door het land, die vele Zuidelijken en Katho
lieken tot Oranje voerde; welnu, van de drie heeren waren zeker
twee op dat oogenblik Katholiek. Terwijl de Middelburgers en
hunne soortgenooten in Holland, de voorloopers van de geldlords
en dollarbaronuen, op weg waren naar de plutocratische republiek,
ontwaarde de Bevelandsche landjonker in de toekomst, en huldigde
hij den Koning der Nederlanden. De twee bekende partijen, die
men van Zeeuwsch standpunt de Hollandsche en de Nederlandsche
zou kunnen noemen, waren aanwezig; voortaan zou Zeeland dik
wijls naast Holland staan, maar in kritieke tijden met de land-
Archief 19.18. 3