17
raden is geweest. Waarom hebben de twee steden niet blijvend
ééne lijn getrokken? Ik weet bet niet, maar ik geef in bedenking
dat het artikel in de regeeringsinstructie van 1578, dat de ver
kiezing van baljuwen tot lid van de Staten of van het college
van Gecommitteerde Raden verbood, is ingegeven door de ervaring
dat in de voor Zeeland zoo belangrijke dagen van September 1577
de baljuw Mr. Pieter de Rijcke zich minder als vertegenwoordiger
van Vlissingen dan als gecommitteerde van Oranje gedragen
had. Wat Veere betreft, wijzen de regeeringslijsten in Eumekins'
Zeeuwsche Oudheden uit, dat ook hier een vloed van nieuwe
mannen de regeeringsbanken heeft overstroomd, maar met dit
voorbehoud dat een paar oude families zich hebben gehandhaafd,
juist op de meest invloedrijke plaatsen. Ook zullen we zien dat
in den zoo even aangeduiden kritieken tijd Veere zich heeft laten
overhalen om mee te doen met de oude steden buiten Walcheren.
Middelburg's nieuwe mannen zijn verslagen door een verbond
van ambtenaren en oude regenten.
Begeven wij ons nu buiten Walcheren. In de reeds genoemde
vergadering van September 1577 was Zierikzee vertegenwoordigd
door één persoon, Goes door twee in 't voorbijgaan drie
Tholen door twee. Van de Tholenaars is één ongesteld geworden
en de ander komt later; ook spelen beiden voortaan geen rol,
wat ook geldt van een der Goesche heeren. Er blijven twee over,
op wie het meeste aangekomen is: Yeman Claes Yemansen,
auditeur der rekeningen van Zeeland, oud-burgemeester van Zierik
zee, en Johan Adriaensz. Blancx, dijkgraaf van de Breede
Watering bewesten Yerseke.
In 1514 was bij een compromis met de landvoogdes bepaald,
dat alle provinciale rekeningen voortaan zouden worden afgeboord
door een college, waarin behalve vertegenwoordigers van den
prelaat en de groote edelen ook vertegenwoordigers der steden
zitting kregen, en wel zoo, dat Middelburg en Zierikzee elk één,
en de drie andere steden gezamenlijk één afgevaardigde zouden
hebben. Zierikzee benoemde in 1515 voor de eerste en voor
de laatste maal tot auditeur ordinaris van de rekeningen van
Zeeland Yeman Claes Yemansen, die dus in den tijd waarvan wij
spreken, op het gebied der gewestelijke financiën een dertigjarige
Archief 1918, 2